CURRENT show

2017 July (memory)

Time is just going on and on, the weather does its own thing, and past events keep running away from us.

The July exhibition is about memory.

ABOUT bent

This is Beeld & Taal at the Gerrit Rietveld Academie Amsterdam.
On this site you can find exhibitions from this department.............

Sign up for our newsletter and receive our monthly invitation for a new exhibition.

Contact

OTHER exhibitions

Overview

Overview

2017 June (assessments)

2017 June (assessments)

Torenvriend

     Lelijke blonde kinderen met waterpokken kriolen voor me en eten mijn jongheid mijn sterfelijkheid voor ze springend de trein uit dansen. Als mieren. Een jongetje is toen hij zich omdraaide naar zijn moeder in de war met haar en mij en laat me een softijsje zien met zijn mond wijdopen. Ik probeer te begrijpen of hij naar me lacht.
Tegenover me zitten twee mensen die vrolijk met elkaar praten. Hun tanden lachen een knarsende pijn achterin mijn hoofd. Er komen twee andere kinderen. Meisjes compleet gekleed in roze en een jongen met Arabisch keppeltje die een show maken in de hal van de trein, paaldansen tussen de mensen door voor de deuren van de trein. Het is hun krullende haar, dat ik ze mag.
     Je zingt een liedje en ik vraag je voor wie je dit eerder hebt gezongen. Je moet van het moment genieten, zeg je. Wat jij doet is je geniet van het moment en dan stel je gelijk een vraag en dan verpest je het. We liggen in het zand. Zo met mijn gezicht in de zon voel je de kou niet. In de trein terug hoor ik een kind vertellen over de baai en haar torenvriend. Op de ruit staat EEUW of WUEE geschreven. Daarachter zie ik een graafmachine, een mintgroene, die zand uit de aarde schept om daar nieuwe stukken land van te maken.
     Jij zegt kijk een bos, en een woord dat ik niet begrijp maar op beest lijkt, en dan zeg je het is een verbeelding.

###Monoloog [[pstyle]] Het regende, een nacht lang, aan één stuk door.
Hij was niet een keer aanwezig, om mij rivieren te zien vullen.
Na drie nachten besloot de zon te schijnen.
Hoe durft ie, nu wel te verschijnen?
Hij is drie nachten te laat, loopt zeven rivieren achter, hij kent mij helemaal niet.
Van alles wat hij me gaf, was het lege stukje in me, sterker aanwezig dan de ringen die stonden voor eeuwige verbindingen. Hij wilde niet luisteren en ik kon niet stoppen met zingen.
Over zijn blik; mijn horizon.
Mijn begin en eindpunt. Voor ik het wist een punt.
Ik durf het niet meer uit te spreken, niet weg te geven, niet her te beleven.
Ik durf niet meer.
Omdat ze niet meer in naam van Liefde zijn: de tranen die vallen op een warm oppervlak van ‘wat liefde ooit was’.
Voor hem had ik wit aan. Bloot. Niets aan.
Voor eeuwig was het gisteren. Vandaag eenzaam.
Al gauw werden de verhalen omgedraaid van hoe hij bij mij wegging naar dat ik hem in de steek liet.
Terwijl hij de persoon was, die op onze eerste ontmoeting al op een heel ander planeet liep.
Ik hield van de sterren, hij van de planten en vergeleek mij met donkere wolken, waarachter de zon zich zou moeten verstoppen voor mijn duisternis? Hij had het goed mis.
Maar ik had het moeten weten.
Ik had het moeten weten, toen wij niet meer het beste uit elkaar konden halen.
Nee.
In plaats daarvan stopte ik hem in de mooiste kamer van hierbinnen, wilde ik het liefst een deel uitmaken van de zinnen die hij het leven wilde geven. Al was het maar voor heel even, het puntje op de i zijn, in plaats van het puntje op zijn tong, dat elke keer vergat waar onze verbintenis begon.
Ik ben heel lang staan wachten, zonder enige vooruitgang.
Elke dag probeerde ik opnieuw te vertrekken naar daar waar ik wel zou mogen zijn.
Met onder mijn blote voeten een tapijt van scherpe woorden, waarvoor ik mij niet meer kon behoeden. Verdwaald. Ik wist niet meer waar ik mezelf moest zoeken. In de hoop een keer gevonden te worden, liet ik sporen van tranen achter, maar na een jaar begonnen die ook op te raken.
Nu na twee jaar heb ik mijn weg naar 'niet meer terug' gevonden en is het om te mogen verschijnen meer dan drie nachten te laat, zijn de rivieren uitgemond tot zeven zeeën, is hij nog slechts een druppel in de oceaan, in plaats van een oprechte traan.
Kortom is het te laat om dingen recht te zetten, want om te helen, moet je een geweten hebben, een hart van goud, oog voor de ander hebben.
Bij deze spijt het me.