##ONCE UPON A TIME IN THE ART WORLD
####(THEORY PAPER)
####I
[[pstyle]]
In 2015 werd het duurste album ooit verkocht. *Once Upon a Time in Shaolin* van de hiphopgroep Wu-Tang Clan werd voor meer geld verkocht dan de meest zeldzame Elvis- of Beatlesplaat. Dit is niet alleen te danken aan het feit dat deze dubbel-CD verpakt is in een met de hand gegraveerde, zilveren doos (met bijgeleverd boek van verguld perkament met leren omslag), maar voornamelijk aan het feit dat deze CD, *als enige CD in de wereld*, de nieuwe muziek van de wereldberoemde hiphopgroep uit New York bevat.
*Once Upon a Time in Shaolin* is uiteindelijk geveild door het online veilinghuis Paddle8 voor twee miljoen dollar aan de 34-jarige miljonair en farmaceutisch ondernemer Martin Shkreli. Het is de eigenaar én Wu-Tang zelf contractueel verboden om de muziek commercieel te verkopen vóór 2103, een periode van 88 jaar. Wel staat het de eigenaar vrij om de muziek te luisteren met anderen of de muziek zelfs gratis te verspreiden.
Het maken van de muziek op *Once* (deze verkorting van de titel voelt vrij toepasselijk) heeft zes jaar geduurd. Alle leden van Wu-Tang (leider RZA, GZA, Method Man, Raekwon, Ghostface Killah, Inspectah Deck, U-God, Masta Killa en Cappadonna) hebben aan de plaat bijgedragen. Dit gebeurde voor het laatst op hun debuutplaat uit 1993, *Enter the Wu-Tang (36 Chambers)*. Dit album wordt door muziekcritici gezien als een belangrijke en invloedrijke mijlpaal in de geschiedenis van de hiphop, vanwege het vernieuwende gebruik van samples en associatieve en humoristische teksten.
Voorafgaand aan de veiling van *Once* hebben de leden van Wu-Tang een luistersessie georganiseerd in het MoMa PS1, een expositieruimte in Queens, onderdeel van het MoMa in Manhattan. Hier werd voor een publiek van geïnteresseerde potentiële kopers, uitgenodigde media en enkele ‘invloedrijke leiders uit de kunstwereld’ een dertien minuten durende compilatie van excerpten van het album gedraaid dat zelf in totaal 128 minuten duurt. Er mochten natuurlijk geen opnames gemaakt worden van de sessie.
Zogenaamde ‘invloedrijke leiders uit de kunstwereld’, het MoMa, een veiling op Paddle8, een prijs van twee miljoen dollar, een hele reeks aan resulterende nieuwsberichten en *thinkpieces*... Wu-Tang kiest ervoor om *Once* op een wel heel specifieke manier uit te brengen. Ze creëren een context die weinig te maken heeft met een conventionele, grootschalige albumrelease. In plaats daarvan brengen ze hun muziek uit op een manier die kenmerken bezit van de moderne, gevestigde, bééldende kunstwereld.
*Wat gebeurt er met muziek wanneer het in de context van de beeldende kunst wordt geplaatst?*
####II
Het gebaar van de Wu-Tang Clan is heel bewust, bewezen door het statement dat te vinden is op de officiële website van *Once Upon a Time in Shaolin*:
*History demonstrates that great musicians such as Beethoven, Mozart and Bach are held in the same high esteem as figures like Picasso, Michelangelo and Van Gogh. However, the creative output of today’s artists such as The RZA, Kanye West or Dr. Dre, is not valued equally to that of artists like Andy Warhol, Damien Hirst or Jean-Michel Basquiat. […] By adopting an approach to music that traces its lineage back through The Enlightenment, the Baroque and the Renaissance, we hope to reawaken age old perceptions of music as truly monumental art. In doing so, we hope to inspire and intensify urgent debates about the future of music, both economically and in how our generation experiences it.*
Let hier dat Wu-Tang de release van Once vergelijkt met de wijze waarop kunst werd geproduceerd tijdens de Verlichting, de Barok en de Renaissance; pakweg de periode tussen de Middeleeuwen en de Franse Revolutie – de tijd van o.a. monarchie, aristocratie, het mecenaat, en de tijd vóór de mechanische reproduceerbaarheid. Dit statement van de Wu-Tang Clan lijkt impliciet ook te zeggen dat het functioneren van de huidige kunstwereld nog steeds bepaalde gelijkenissen vertoont met de oude tijden van aristocratie.1 Dit is in tegenstelling tot de muziekwereld, die tegenwoordig vrijwel louter functioneert volgens het systeem van vrijemarktkapitalisme. Artiesten zijn afhankelijk van de verkoop van hun muziek aan een massapubliek. Ook het bestaan van grote mediacorporaties, wereldwijde verspreiding, marketing en een vaak hoge entertainmentwaarde bewijzen het idee dat muziek wordt behandeld als handelswaar in een kapitalistisch systeem.
Waarom verschilt de muziekwereld tegenwoordig zo van de wereld van de moderne kunst? Zoals aangegeven door de Wu-Tang Clan, hadden muziek en beeldende kunst in vroegere tijden namelijk nog een vrij vergelijkbaar aanzien in de maatschappij. Kunstvormen zoals de muziek van Bach en de schilderijen van Rembrandt werden allebei voornamelijk door rijke, machtige mensen opgedragen, gefinancierd en geconsumeerd. Om het verschil te onderzoeken kunnen we beginnen bij het fundamentele verschil tussen een muziekstuk en een schilderij: de materie waaruit het bestaat.
####III
Muziek is een vluchtige kunstvorm. Het *bestaan* van muziek en de *creatie* van muziek zijn onlosmakelijk congruent aan elkaar, aangezien muziek technisch gezien niet meer is dan vibrerende lucht die vrijwel direct weer verdwijnt nadat het is opgewekt door een geluidsbron. Om muziek te kunnen ‘bewaren’, moeten de *instructies* voor het opwekken van deze trillingen bewaard worden. Deze instructies kunnen variëren van vrij eenvoudig, bijvoorbeeld “druk drie keer op de middelste C-noot van een piano” tot zo complex dat ze niet kunnen worden geïnterpreteerd door een mens: een CD bevat bijvoorbeeld honderden miljoenen bytes aan informatie over hoe elke geluidsgolf eruit moet zien, maar kan niet zonder elektronische hulp worden omgezet in vibrerende lucht.
Een bepaalde set instructies, bijvoorbeeld de partituur van een cello suite van Bach, kan worden gereproduceerd met of zonder mechanische hulpmiddelen. Zolang elke noot correct is gekopieerd, maakt het niets uit of de cellist gebruik maakt van de originele partituur of de kopie van de partituur. Een partituur is namelijk de instructie die de aanzet geeft tot de kunst in zijn ‘affe’ vorm: vibrerende lucht.
Mechanisch opnemen van geluid is uitgevonden door Édouard-Léon Scott de Martinville in 1857. In 1877 werd het proces om opgenomen geluid af te spelen ontwikkeld door Thomas Edison. In 1890 ontstond de techniek om opnames ook te reproduceren, en de eerste zogenaamde fonograafcillinders met muziek konden verkocht worden aan het publiek. De komst van de grammofoon, de cassette, de CD, de MP3, maakten het proces van muziekreproductie steeds accurater, makkelijker, en goedkoper. Muziek werd een goed dat eenvoudig verkocht, bezit en geruild kon worden.
####IV
In *Art in the Age of Mechanical Reproduction* schrijft Walter Benjamin over het concept authenticiteit. Authenticiteit is gevestigd op het ‘hier en nu’ van het werk, het *unieke* bestaan van een werk op een bepaalde plaats. Hierop rust het idee van traditie – dat het werk van het moment van creatie tot en met nu is doorgegeven als een identiek ding. Authenticiteit ontloopt, volgens Benjamin, het hele concept van reproductie, technisch of handmatig.
Als we nu Benjamins ideeën op muziek willen toepassen lopen we tegen een probleem aan. Wanneer een muziekstuk wordt gespeeld, bestaat het per definitie in het Hier en Nu. Maar tegelijkertijd is er geen sprake van uniciteit, noch het feit dat het werk van creatie tot nu is doorgegeven als identiek iets.2 In sterk contrast met de schilderkunst is het concept reproductie voor muziek noodzakelijk – kopiëren en reproduceren zijn *essentiële* benodigdheden voor de totstandkoming van muziek.
Dit maakt het ontzettend moeilijk om de concepten Authenticiteit en Uniciteit op muziek toe te passen. Hierbij gaat ook het Aura gepaard, dat volgens Benjamin sterk gegrondvest is in uniciteit. Maar waar Authenticiteit en Uniciteit in vrij goed gedefinieerd kunnen worden, blijft Benjamin bewust vaag over het Aura. Aura is niet een afstand, maar een gevoel van een bepaalde afstand, zo dichtbij als die moge zijn:
*To follow with the eye – while resting on a summer afternoon – a mountain range on the horizon or a branch that casts its shadow on the beholder is to breathe the aura of those mountains, of that branch.*
Ook al is het moeilijk te bepalen waar muziek nu authentiek te noemen is, kunnen we wel degelijk een aura voelen bij het luisteren van muziek. Dit gevoel is vrijwel alleen gereserveerd voor liveoptredens. Wanneer ik bijvoorbeeld naar een concert van King Gizzard & the Lizard Wizard in Paradiso ga, voel ik de speciaalheid van het moment; het Hier en Nu. En ik voel wel degelijk een uniciteit (King Gizzard & the Lizard Wizard is nu híér en nergens anders) en authenticiteit (dit is de échte King Gizzard & the Lizard Wizard). Deze uniciteit en authenticiteit hebben echter geen betrekking op de muziek als losstaand werk, maar op de performance. Wanneer ik naar mijn iPod luister is het aura afwezig, in de wetenschap dat ik volledige controle heb. Ik kan zo ‘dichtbij’ de muziek komen als ik wil, en ik kan de muziek keer op keer reproduceren, de twee aspecten die volgens Benjamin afbreuk doen aan het aura. Dat weerhoudt mij echter niet om de muziek op mijn iPod zeer te waarderen voor wat het is en voor wat het betekent. Deze waarde is wat Benjamin de ‘expositiewaarde’ noemt: de content van het werk, datgene wat een werk het waard maakt om getoond te worden aan een publiek.
Vóór de uitvinding van mechanische reproductie van muziek kon muziek enkel en alleen ervaren worden wanneer het werd opgevoerd door een muzikant. Het onderscheid tussen een ‘kunstmatige’ reproductie zoals een iPod en een ‘authentieke’ reproductie als een optreden, ontstond pas bij de uitvinding van de mechanische reproductie. Authenticiteit en uniciteit van de luisterervaring waren vroeger inherent aanwezig en daardoor irrelevant om te bespreken. Deze concepten kregen eigenlijk pas na de uitvinding van mechanische reproductie een duidelijke relevantie.
Laten we nu terugkomen bij de vraag waarom de wereld van muziek en de wereld van de kunst tegenwoordig zo verschillend zijn. We zouden kunnen stellen dat het aura van muziek gebouwd is op concepten die in de muziek wankeler zijn, en daardoor onbelangrijker, dan in de beeldende kunst.
####V
Mechanische reproductie heeft de muziekwereld volledig veranderd. Vrijwel alle vormen van muziek worden continu technologisch gereproduceerd, want de expositiewaarde overmeestert de kultwaarde (de rituele, magische speciaalheid) – of die expositiewaarde bijvoorbeeld dansbaarheid, lyrische betekenis of muzikale schoonheid is. Ook in de beeldende kunst werd gebruik gemaakt van nieuwe technologieën die ten koste gingen van het aura (neem de film als grootste voorbeeld). Maar net zoals het feit dat concerten nog steeds bestaan vanwege hun ritualistisch karakter (ook al heeft een CD waarschijnlijk een betere geluidskwaliteit), blijft er een kern in de kunstwereld over die het aura wel degelijk op prijs stelt. Kunst met een aura is gehuld in een bepaalde onbereikbaarheid. Kunst met een aura kan moeilijk omgaan met het concept van reproductie. De kunstwereld blijft exclusief, duur en gefocust op status en aanzien. Alleen mensen met genoeg geld kunnen het zich veroorloven om auratische kunst te bezitten en door het aanzien dat het de bezitter verschaft werkt het bestaande machtsstructuren in de hand. RZA vatte het als volgt samen: “This is like someone having the scepter of an Egyptian king.”
Benjamin beklaagde terecht de gevaren die auratische kunst met zich meebrengt. De muzikale regeerstaf trekt machtswellustigen aan. De koper van het album Martin Shkreli is dan ook een op zijn zachtst gezegd excentriek figuur, die zijn best doet om in de schijnwerpers te staan. Hij verhoogde de prijs van medicijnen die zijn bedrijf verkocht met 5600%, werd veroordeeld voor ponzifraude en trok met controversiële tweets voortdurend onthutste aandacht naar zich toe, tot zijn twitteracount uiteindelijk werd verwijderd vanwege seksuele intimidatie. Het kan niet bepaald fijn genoemd worden dat Shkreli nu ook met de staf van *Once* kan zwaaien om meer aandacht te krijgen.
Wat de Wu-Tang Clan eigenlijk doet, is dat ze een aura rond hun album *forceren* door de CD uniek en onbereikbaar te maken. Dit forceren kost veel werk: het hele productieproces moet goed beveiligd worden, al het studiomateriaal moet achteraf worden verwijderd, contracten moeten opgesteld worden. Technologische reproductie schaadt volgens Benjamin niet alleen het aura van de reproductie, maar ook dat van het origineel. Dat leek Wu-Tangs producer Cilvaringz zich ook te beseffen toen hij in een interview met Forbes zei: “One leak of this thing nullifies the entire concept.”
Zoals de kultwaarde ten onder gaat wanneer een kunstwerk wordt gereproduceerd en verspreid, gaat de expositiewaarde ten onder wanneer het werk geheim en exclusief wordt gehouden. Want welke expositiewaarde is er nu nog overgebleven van *Once*? De Wu-Tang Clan kennende zal *Once Upon a Time in Shaolin* waarschijnlijk prima muziek bevatten; interessante beats en sterke teksten vol referenties en woordspel. Niemand zal het er echter over hebben. Een handjevol mensen op de planeet heeft de muziek gehoord en waarschijnlijk hebben de meesten van hen een geheimhoudingsplicht. Wu-Tang wil met *Once* een punt duidelijk maken: muziek moet op zijn waarde worden geschat. Welk soort waarde? Klaarblijkelijk gaat het hier om de kult- en economische waarde. Datgene waar muziek tegenwoordig voornamelijk zijn economische waarde aan ontleent, de expositiewaarde, is niet meer aanwezig. Het vernietigen van de expositiewaarde kan gezien worden als een brute, ongenuanceerde actie, maar ook als een noodzakelijkheid om een punt te maken. Hoewel het ene kunstwerk, de muziek, verborgen blijft, ontstaat er een ander kunstwerk: de artistieke geste.
####VI
*Once Upon a Time in Shaolin* proberen te beoordelen als een album is misschien wel zoals *Erased de Kooning Drawing* van Rauschenberg proberen te beoordelen als een tekening van Willem de Kooning. De tekening is niet te zien en dat is het hele punt. Het gaat bij *Once* meer om de actie dan om het album. En hoewel de expositiewaarde van het album miniem is, kan het artistieke gebaar, aangezien het hele releaseproces open en bloot heeft plaatsgevonden3, wél een aanwijsbare expositiewaarde bezitten.
Laat *Once* geen voorbeeld zijn voor albumreleases. Hoe de muziekwereld er ook in de toekomst uit gaat zien, een soort plutocratisch systeem van extreme exclusiviteit is geen goed idee naar mijn mening, en waarschijnlijk precies het tegenovergestelde van wat Benjamin als ideaal zou zien. Maar als artistiek statement heeft *Once Upon a Time in Shaolin* heel belangrijke dingen te zeggen.
En nu is het wachten op 2103, wanneer we het écht over het album kunnen gaan hebben.
1 zij het tegenwoordig plutocratie
2 Uitzondering: improvisatie volgt niet helemaal de theorie dat een muziekstuk niet volledig authentiek kan zijn, aangezien improvisatie wordt ‘geschreven’ op het moment dat het wordt gespeeld en technisch gezien nergens een directe reproductie van is. Maar dit laten we even voor wat het is.
3 De officiële website van Once (scluzay.com) vat het volledige proces heel duidelijk samen. Het verschaft de geïnteresseerde ook met een breed scala aan fotos, nieuwsberichten en artikelen over de release.