CURRENT show

2017 June (assessments)

ABOUT bent

This is Beeld & Taal at the Gerrit Rietveld Academie Amsterdam.
On this site you can find exhibitions from this department.............

Sign up for our newsletter and receive our monthly invitation for a new exhibition.

Contact

OTHER exhibitions

Overview

Overview

2017 June (assessments)

2017 June (assessments)
[[pstyle]] Deze website bevat diverse verhalen, gedichten, muzieknummers (met audio), een paper en een libretto, geschreven door *Teun Grondman* tijdens het tweede semester. Klik [hier](#10) om te beginnen met de eerste tekst, en klik vervolgens op elke tekst om naar de volgende in de reeks te gaan. Of scroll op eigen initiatief door de website en vind een eigen volgorde. *Teksten op deze site* [Koan Float](#10) [Te Zwevend](#28) [Mes](#13) [Ik Wil Alleen Maar Zwemmen](#22) [Zungenreiniger](#48) [Libretto](#12) [Populist Speech](#51) [Monoloog](#45) [Levenslied](#38) [Het Plafond](#7) [Once Upon a Time in the Art World](#41) [Ik Wil](#61)
##HET PLAFOND ####(GEDICHT) [[pstyle]] het plafond is beschilderd met verkeerde verf. de verf bladdert langzaam af en laat een laagje wit stof achter op de tafel en de vloer je zwaait je haar in de lucht zodat je pakt het vast zodat je er vervolgens een elastiekje in kunt doen. in een hoekje speelt een cellist samen met een klarinettist zijn hoofd is rood variaties op een octotonische ladder1 is het maanlandschap ook natuur? dat is de vraag die je hebt maar jij weet daar geen antwoord (het antwoord is een ja) ... je haar zwaait en strijkt het plafond een lap verf valt naar beneden.   1 Leonard Bernstein, 1988
## KOAN FLOAT [[pstyle]]       Ongeveer zeven minuten nadat ik was gaan zitten met een soort kruidenthee en me had afgevraagd hoeveel werk het had gekost om een tochtig antiek grachtenpand te verbouwen tot een glimmende studio, kwam een mevrouw binnen die me vertelde dat het tijd was. Ze droeg hagelwitte kleding en liep op sokken. Haar haar was netjes gebundeld in een paardenstaart. Ze sprak heel kalm met een nondescript accent wat afgeleerd maar nog steeds licht aanwezig was. Ik volgde haar naar een kleine ruimte waar zich een witte tank en een luxe douchecabine bevonden.       “U kunt uw kleding híer op de stoel leggen. Vooraf én achteraf neemt u een douche. Zorg ervoor dat u zich vooral áchteraf goed afspoelt, met name het haar, en de oren, als u ervoor kiest om geen oordopjes te gebruiken - anders kan er kristalvorming optreden wanneer het water opdroogt. U kunt gebruikmaken van de handdoeken en andere producten die híer (wijzend gebaar naar het rekje aan de muur) liggen. De tank is makkelijk te bedienen – binnen vindt u een aantal knoppen aan de rechterkant waarmee u de luchttoevoer aanzet, en ook het licht, en ook kunt u rustige muziek aan- of uitzetten met de knop aan uw línkerkant. De tank is van de binnenkant zelf open en dicht te doen. Het water is op temperatuur, en als u de tank helemaal afsluit zal ook de lucht dezelfde temperatuur krijgen. Als uw tijd voorbij is zal ik het via het speakersysteem laten weten. Zijn er nog vragen?”       Ik ontkende dat ik vragen had.       De mevrouw zei “goed, tot over een uur”, lachte, en verliet de ruimte. Ik sloot de deur achter me, kleedde me uit, nam een korte douche en stapte tenslotte in de tank. Het is een sensorische deprivatietank. Een buitenaards uitziende witte sarcofaag van een meter breed, minstens tweeënhalf meter lang en anderhalve meter hoog. Tot de helft gevuld met warm water waarin honderdvijftig kilo zout is opgelost. Als je in een sensorische deprivatietank gaat liggen, blijf je drijven, zodat je geen zwaartekracht meer voelt. Bovendien is de tank geisoleerd tegen licht, lucht en geluid van buiten. Binnen zie je niets meer, hoor je niets meer, ruik je niets meer. Al je zintuigelijke input wordt zo veel mogelijk geminimaliseerd. Mensen gebruiken een sensorische deprivatietank om lichamelijke pijnen te stillen, om tot rust te komen of om flink in te trippen. Ik, pijnloos, stressvrij en niet in bezit van geestverruimende middelen vroeg me even af wat nou precies de reden was waarom ik dit deed.       Ik dreef op mijn rug. Het water deed me zweven maar het bood geen weerstand, waardoor mijn hoofd en ledematen door de krachten van het water vanzelf in hun rustpositie werden gebracht. Elke inspanning om je anders te positioneren was nutteloos – je kwam altijd weer terug in deze standaardhouding. Ik realiseerde me dat in deze lichaamspositie elk spierenpaar ondersteund, ontspannen en perfect in balans was, en dat zo'n tank alleen daarom al heel bijzonder zou zijn. Meteen daarna bedacht ik dat een lijk precies op dezelfde manier zou drijven. Ik voelde een kriebelende scheidingslijn, het gonzende wateroppervlak, wat mijn hele lijf opdeelde in een voor- en achterkant. Maar hoe stiller het water werd en hoe warmer de lucht, hoe minder ik de lijn voelde en hoe meer mijn omgeving een eenheid werd. Ik sloot mijn ogen en opende ze - geen verschil. Even later was alles zo in elkaar overgegaan dat ik haast niet meer voelde dat ik een lichaam had. Het enige waar ik me bewust van was was dat ik bij bewustzijn was. Het bewustzijn dat zich in mijn ervaring vlak achter mijn ogen bevond. Ervaarde ik dat ook echt, dacht ik, of wist ik gewoon waar mijn hersenen zaten? Zou je zelf kunnen voelen waar je hersenen zitten, en kunnen voelen dat daar je gedachten vandaan komen? De oude Grieken meenden dat de ziel in de lever zat, en later dacht men dat het hart al het denkwerk deed. Tot de medische wetenschap zijn intrede deed had men blijkbaar geen flauw benul. Het wees erop dat je je hersenen niet intuitief kon waarnemen, en dus was het idee dat gedachten in je hoofd zitten geheel aangeleerd. Na deze realisatie wist ik, met concentratie, langzaam de locatie van mijn bewustzijn te laten verdwijnen. De ik, die eerst ongeveer zo groot had gevoeld als een mandarijn, spreidde zich uit door de ruimte. Ik was overal.       Blauwe en groene cirkels vulden mijn gezichtsveld, ze werden groter, ik observeerde het, ze verdwenen weer en ik observeerde het. Ik hoorde dof geklop en gezoem. Ik ervaarde een kracht van alle kanten die aan mijn gedachten en herinneringen naar buiten trok, ze ver weg en ontoegankelijk maakte. Alleen de observatie bleef over. Zelfs het besef van de tijd sijpelde langzaam weg. Even later zou mijn geest in heerlijke rust verkeren. Ik kreeg het benauwd.       *Donald Duck*, dacht ik. *Donald Duck is een stripfiguur van Walt Disney. Één plus één is twee en de integraal van drie x kwadraat is x tot de derde. Ik lig in een sensorische deprivatietank. Ik lig in een sensorische deprivatietank.*       Van kinds af aan dacht ik altijd aan stripfiguren en wiskunde als ik mezelf wou gronden in de echte wereld, bijvoorbeeld na het ontwaken uit een nare droom, en het was nu een reflex geworden. Ik zag het vrolijke gezicht van Donald Duck me recht aankijken en ineens voelde ik mijn lichaam weer, en hoe de lucht zwaar en vochtig was. De eend grijnzde victorieus omdat ik mijn armen begon te bewegen en de waterspiegel weer voelde. Toen ik nog steeds niets waarnam bij het knipperen van mijn ogen stelde ik dat het mogelijk was dat ik blind was. Ik hief mijn arm op om te kijken of ik mijn hand kon zien. Ik zag mijn hand niet voor mijn gezicht maar voelde wel druppels zout water brandend in mijn ogen vallen. Als ik niet blind was, zou ik het nu wel zijn. In mijn ogen wrijven was onmogelijk en de tank openen voordat de tijd voorbij was onzedelijk. Ik vloekte inwendig, ging rechtop zitten in de tank, stootte mijn hoofd, vloekte uitwendig.       De tijd verstreek terwijl ik op de gloeiende bodem van de tank zat en diverse pijnen observeerde. De lucht was moeilijk adembaar en het zoute water op mijn huid vermengde zich met zweet. Zo zat ik, en ik probeerde mijn gedachten uit te bannen zoals eerder, maar het lukte niet en ik bleef maar denken aan wat ik de rest van de dag zou doen en hoe laat het nu zou zijn en wanneer ik eruit zou moeten en wat ik hier eigenlijk deed en wat er allemaal net in mijn hoofd was gebeurd en hoeveel werk het had gekost om een tochtig antiek grachtenpand te verbouwen tot een glimmende studio en hoeveel werk het had gekost om een tochtig antiek grachtenpand te verbouwen tot een glimmende studio en wat ik de rest van de dag zou doen en hoe laat het nu zou zijn en wanneer ik eruit zou moeten en wat ik hier eigenlijk deed en wat er allemaal net in mijn hoofd was gebeurd en hoeveel werk het had gekost om een tochtig antiek grachtenpand te verbouwen tot een glimmende studio en wat ik de rest van de dag zou doen en hoe laat het nu zou zijn en wanneer ik eruit zou moeten en wat ik hier eigenlijk deed en wat er allemaal net in mijn hoofd was gebeurd en hoeveel werk het had gekost om een tochtig antiek grachtenpand te verbouwen tot een glimmende studio en wat ik de rest van de dag zou doen en hoe laat het nu zou zijn en wanneer ik eruit zou moeten en wat ik hier eigenlijk deed en wat er allemaal net in mijn hoofd was gebeurd en hoeveel werk het had gekost om een tochtig antiek grachtenpand te verbouwen tot een glimmende studio en wat ik de rest van de dag zou doen en hoe laat het nu zou zijn en wanneer ik eruit zou moeten en wat ik hier eigenlijk deed en wat er allemaal net in mijn hoofd was gebeurd en hoeveel werk het had gekost om een tochtig antiek grachtenpand te verbouwen tot een glimmende studio en wat ik de rest van de dag zou doen en hoe laat het nu zou zijn en wanneer ik eruit zou moeten en wat ik hier eigenlijk deed en wat er allemaal net in mijn hoofd was gebeurd en hoeveel werk het had gekost om een tochtig antiek grachtenpand te verbouwen tot een glimmende studio.       Toen ging het licht aan en hoorde ik van onder water een gedempte stem iets zeggen. De tijd was voorbij. De tank open doen was als het openen van een luchtsluis. De warme natte lucht werd weggezogen en het voelde koud maar fijn. Ik nam een douche en spoelde met name het haar en de oren uit, en ook mijn ogen. Mijn oogwit had nu vast een mooie bloeddoorlopen kleur. Nadat ik me had afgedroogd en al mijn kleren weer aan had, opende ik de deur en verliet de ruimte. Ik zag de vrouw. ‘En, hoe was het?’, vroeg ze glunderend.       ‘Dat was, bijzonder’, zei ik eerlijk en ik liep terug naar de wachtkamer. Daar dronk ik nog een kruidenthee.
##MES [[pstyle]]       De laatste keer dat ik Fitz zag was op de dag voor vaderdag. Dat weet ik omdat ik toen door de stad had gelopen, in de hoop een onbekende winkel tegen te komen met interessante vaderlijke producten, zodat ik niet meer na hoefde te denken over een geschikt cadeau. Maar wat had mijn vader nou eigenlijk nog nodig? Hij was een man van in de vijftig met een goedbetaalde vaste baan en een hippe nieuwe vriendin met ook een goedbetaalde vaste baan, een prachtig huis, een tuin met een appelboom, een luxe maar zuinige vijfdeurs. Mijn vader dacht altijd vooruit en legde voorraden aan van alles wat ooit op zou kunnen gaan: vijf verpakkingen met scheermesjes, drie flessen shampoo, tien paar zwarte sokken nog in het plastic, dozen met wijnglazen en theekopjes, een kelder gevuld met blikken en potten en flessen. Hij snoepte nooit, dronk geen bier of wijn, slechts af en toe een whiskey, waar hij ook al een kast vol van had. Hij las niets anders dan de krant en keek alleen films als ze toevallig op tv kwamen. Zijn huis en zijn leven waren gevuld. Ik had geen idee wat mijn vader nog verlangde.       Ik liep op een gegeven moment zonder verwachtingen een krappe messenwinkel binnen om te zien wat er in de vitrines te koop was. Ik, noch mijn vader, voelden emoties voor messen. Ik schrok van de lelijkheid van de meeste messen - lompe, zwarte dingen met kartels en plastic handvaten en felgroene strepen. Ik vroeg me af of er een verband bestond tussen deze kitsch en Monster Energy blikjes. Toen ik bij een tweede vitrine stond - de messen in deze waren iets mooier - hoorde ik iemand achter me. ‘U heeft smaak! Wat een prachtexemplaartjes, of niet? Handgemaakt door professionals uit Scandinavië, alleen de beste en sterkste soorten hout. Walnoot, purperhart, ruwe iep, hier deze, cocobolo. En de lemmetten van- Pauli!’       ‘Fitz?’ vroeg ik.       ‘Pauli!’ explodeerde hij. ‘Gast! Hoe lang is het geleden! Hoe is het! Wat een toeval is dit!’       Ik had Fitz leren kennen op scouting, waar ik ongeveer een jaar op had gezeten totdat ik er genoeg van kreeg. Fitz was daarentegen zo enthousiast over scouting dat het zelfs de hopman op zijn zenuwen ging werken. Hij zag er nog hetzelfde uit als toen hij twaalf was, alleen langer en met een stoppel. Hij droeg een Hard Rock Café t-shirt en leunde tegen de vitrine en hij keek naar me.       ‘Pauli Wauli. Wat is het goed om jou te zien zeg. Ik weet nog dat we de beste maatjes waren, weet je nog, die boomhut die we helemaal met zijn tweeën hadden gemaakt? Wat een tijden. Echt. Wat doe je hier joh?’       ‘Ik zoek iets voor mijn vader. Een mooi mes misschien, betaalbaar in elk geval.’ Fitz was heel even stil.       ‘Oh, ja natuurlijk, want vaderdag! Ik moest even nadenken hoor. Ik bedoel, ik hoef me natuurlijk niet bezig te houden met die dingen. Je weet het wel. Maar hee, ik denk dat ik wel wat moois heb voor je pa. Ik moet je zeggen, deze messen achter glas zijn zeker niet de beste die we hebben. Toeristen zitten er elke dag met hun vette handen aan. Kom maar eens mee.’ Fitz verplaatste zich naar de balie en ik volgde hem. De balie was gevuld met dingen. Bakjes met leren sleutelhangers, flesjes polijstmiddel en mineraalolie, kauwgum en gitaarplectra. Aan Fitz’ zijde, verscholen achter een display met folders lagen een half pakje sigaretten, een vuile koffiekop en een lege Spafles zonder etiket, met zwarte marker beschreven met de woorden “ECHT GOUD”.       Fitz rommelde in een grote doos onder de balie, gevuld met minstens vijftig kleinere identieke houten doosjes. Hij opende elk doosje om de inhoud te inspecteren.       ‘Het mooiste mes moet in een van deze zitten, geef me een momentje.’       ‘Geen probleem’, zei ik. ‘Werk je hier al lang?’       ‘Een jaar of vier nu’, zei Fitz terwijl hij doosje na doosje opende en weer dichtdeed. ‘Ik heb na de middelbare een hele tijd niks gedaan voordat ik hier een baan kreeg. Ik was van de scouting gekickt. Ik wist niet waar ik moest werken, of wat ik moest studeren. Ik had geen idee hoe ik iets voor de wereld kon doen. Ik zat thuis, speelde videospelletjes, en ’s nachts ging ik buiten met mensen wiet roken of gieten.’       ‘Gieten?’ Fitz stopte even met zoeken.       ‘Ja, een dingetje wat ik heb verzonnen, voor als je je echt verveelt. Je koopt een zak sneldrogend beton, je gaat ’s nachts op pad met een halve zak en een emmer water, en dan mix je dat spul ter plekke op straat, en dan giet je het. In tramrails het liefst, of in een put, of gewoon op de weg. Droog en keihard binnen twintig minuten. Je moet eens zien wat voor gevolgen zo’n actie heeft, het hele verkeer een complete dag ontregeld! Op zo’n moment voel je je even de machtigste persoon op de wereld.’       Ik keek hem aan.       ‘Maar dat doe ik nu niet meer hoor! Ik heb het hier druk genoeg. Haha, ’s nachts slaap ik tegenwoordig.’ Hij opende een doosje, glunderde en pakte eruit wat erin zat en reikte het aan.       ‘Kijk! Deze bedoel ik! Hij is misschien niet zo groot, maar dit is het fijste mes wat je zult vinden. Een heft van antiek ivoor, lemmet van topklasse Duits staal, vorig jaar nog gesmeed. Ultrascherp. Kijk hoe prachtig die garde is versierd.' Ik pakte het mes vast, wist niet welke testende beweging ik ermee moest maken dus ik hield hem stil en keek ernaar. Het was een puntig mes.       ‘En? Wat vind je?’       ‘Ja, dit is er wel eentje, zeg’, zei ik. ‘Hoe duur is-ie?’       ‘Even kijken. Normaal is dit soort vierhonderd, maar speciaal voor jou, Pauli, kan ik er wel twintig procent korting op doen. Ik geef hem praktisch weg. En ik wil hem ook nog voor je inpakken als je dat wilt!’ Op dat moment wist ik niet precies wat ik moest zeggen.       ‘Nee, joh.'       ‘Goed. Dan laat ik hem zo. Ik ben blij dat ik jou blij kan maken Pauli, jou en jouw vader! Wil je pinnen?’ Ik betaalde instinctief. Fitz schoof mij het doosje toe, lachte uitbundig en bedankte me hartelijk. Hij hoopte me nog eens te zien. Ik pakte het doosje, groette mijn oude scoutingmaatje en verliet de winkel. Ik had driehonderdtwintig euro betaald voor een steekwapen.       De volgende dag gaf ik het mes aan mijn vader.
##IK WIL ALLEEN MAAR ZWEMMEN [[pstyle]]       Ik heb niet een zwemdiploma. Maar mijn vader heeft toch aan mij geleerd hoe het moest, toen ik zeven was. Mijn vader is sterk en hij is de baas van de politie op het bureau in de stad. Hij zei altijd dat je moest kunnen zwemmen omdat je dan je leven kan redden als je in het water valt. We gingen altijd oefenen als het weekend was, en ik had mijn zwembroek aan, in de ochtend, in de auto, ik mocht voorin zitten, en dat vond ik stoer. Dan gingen we naar het meer, het Karelmeer, en dan liepen we uit de auto naar het meer en dan over de pier. Het was heel vroeg en iedereen sliep nog, maar wij niet want wij liepen langs het water over de pier en we keken naar de vogels. Het was soms een beetje koud, maar we gingen gelukkig nooit in de winter oefenen. Mijn vader wees soms naar een vogel in de lucht of op het water en dan vertelde hij welke naam die vogel had. Dan kwamen we bij het einde van de pier en dan tilde hij me op en dan deed hij me in het water. Soms deed hij het zachtjes en voorzichtig maar soms tilde hij me hoog in de lucht en gooide me met een boog zodat ik vloog en dan was ik eventjes net een aalscholver die in het water duikt op zoek naar een visje. In het begin vond ik het heel eng om in het water te zijn en dan plonsde en schreeuwde ik maar mijn vader keek goed en zorgde dat ik niet onder water ging. Het was ook altijd heel koud in het begin. Mijn vader vertelde heel streng en precies wat ik moest doen. Ik moest eerst watertrappelen leren zodat ik niet onder water ging, ‘watertrappelen is het belangrijkste’ zei hij, en ik moest het steeds langer doen achter elkaar. Na het watertrappelen leerde hij aan mij de schoolslag en toen ook de borstcrawl. Ik moest langs de pier zwemmen en dan liep hij naast me op de pier. En soms pakte mijn vader een steen en dan gooide hij die in het water, en dan moest ik hem opduiken. Eerst vond ik de steen nooit want het is heel moeilijk om te zien onder water. Je ziet alleen bruin zand en stof. Maar je kunt ook met je handen het zand op de bodem voelen en dan kun je de steen heel snel vinden. Toen ik dat had geleerd vond ik opeens ook stenen die er nog lagen van vroeger toen ik ze niet kon vinden, en ik vond ook een grote oude sleutel, die ik mee heb genomen naar huis.       En toen ik beter was geworden in zwemmen moest ik een keer van mijn vader naar de overkant van het meer zwemmen en weer terug. Hij zei tegen mij: ‘Dat is heel belangrijk, want als je dat kunt, dan ben je een echte zwemmer’. Ik wilde een echte zwemmer zijn dus ik sprong zelf in het water en ging het proberen. Ik zwemde de schoolslag want borstcrawl is niet fijn. Ik kwam heel erg ver en ik zag al de vogels in de lucht en mijn vader op de pier was heel klein geworden. Maar toen ik bijna aan de overkant was werd het opeens heel koud om me heen. Ik was al gewend aan het water maar nu was het water nog veel kouder dan gewoon. Ik moest rillen en ik wist ineens niet meer precies hoe ik moest zwemmen en ik was heel moe. Ik ging hard trappen en zwaaien met mijn benen en armen. Ik ging onder water met mijn hoofd en ik kreeg water in mijn mond en in mijn neus en het smaakte niet lekker! Ik was heel bang omdat ik niet wou verdrinken en omdat ik weer op het land wou zijn. Ik wou heel hard roepen zodat mijn vader het zou horen maar ik kon niet zo goed roepen in het water. Ik wist nog hoe watertrappelen moest, maar mijn benen deden het niet goed en ik kwam helemaal onder water. Ik zag al het bruine zand en stof. En ik wenste dat ik een aalscholver zou veranderen want dan kon ik gewoon uit het water omhoog vliegen en dan op zoek gaan naar een visje.       En meer weet ik niet meer, alleen dat ik toen opeens lag op mijn rug aan de overkant. En mijn vader zat bij me en hij moest huilen. Hij maakte geen geluid maar ik kon het toch zien omdat zijn schouders op en neer gingen. Hij was nat en hij druppelde helemaal over me heen.
##LIBRETTO [[pstyle]] **Personages** *O, nulletje* *X, kruisje* **ACT I.** *Droom. Koor (nrs 1-6) is aanwezig als individuën in onbepaalde ruimte. O komt op.* *Koorleden zingen door elkaar in hun eigen noot. O weet niet wat er aan de hand is.* 1: Trekkende haartjes. 2: Je hebt een nek als een viool 3: Ik wil graven, slagen 4: Scheur de gaten! 5: Morgen zal ik, een mens, 6: Ik heb hem geslagen en het tegendeel bewezen *O kijkt om zich heen.* 1: Trekkende haartjes, gewelfd 3: Graven met keiharde haal ontaarden 6: Geslagen en het tegendeel bewezen 2: Je nek is als een viool 4: Scheurende gaten! 5: Gisteren, heb ik een mens, O: Dag, weet jij waar ik ben? 4: Dag, weet jij waar ik ben? 2: Kijk je nek, het is als een O: Hey 3: Graven, met keiharde haal 1: Haartjes, wolharig gewelfd, geweld 6: Keihard geslagen en het tegendeel bewezen 5: Gisteren heb ik een mens O: Kun jij me verstaan? 2: Met een nek als een viool 3: Graven verstaan, met keiharde haal 2: Keihard? Snoeihard? O: Snoeihard? 2: Snoeihard O: Wat is er snoeihard? 5: Gisteren, heb ik met een mens 3: Snoeiharde haal gegraven 4: Snoei hard? 2: Snoeiharde nek als een viool 1: Geweld, snoeihard geweld 6: Geslagen O: Met geweld geslagen? 3: Snoeihard gegraven 1: Het geweld is opgeweld? 4: Snoeihard geweld, keihard opgeweld? 2: Snoeihard geslagen, gespannen O: Snoeihard... 3: Gegraven, gegraven. 6: Geslagen, snoeihard geslagen 5: Gisteren heb ik een mens 2: Snoeihard geslagen 1: Opgewaaid O: Snoeihard. 3: Opgegraven 4: Gisteren heb ik een mens 6: Snoeihard geslagen *Zacht begint een alarmgeluid te klinken.* *X komt op. Koor groepeert zich netjes en O sluit zich bij hen aan.* *X staat geduldig te kijken naar het koor.* *Koor naar X: (O staat er vertwijfeld tussen)* Gisteren heb ik een mens snoeihard geslagen. *X:* Hmm. Twee en vijf. Het is niet ideaal. *Het alarmgeluid wordt luider. O ontwaakt.* **ACT II.** *Kleermakerij. X zit achter de balie en O komt binnen met een oude deken in haar handen.* *X* Goedemiddag! Waar kan ik u mee van dienst zijn? *O* Ik wil graag dat u iets repareert. Kijk, mijn deken is helemaal kapot. Aangevreten door motten in mijn kast. Ik heb hem al heel lang. *X inspecteert de deken.* *X* Ik zie het. Dit is een heel speciale. Alpacawol, met de hand gemaakt. Zo’n verfijnde breitechniek. Ik denk niet dat ik u kan helpen. *O* Maar hij betekent veel voor me! *X* Het is niet dat het veel werk is. Of dat het veel zal kosten. Het is dat ik het niet kán. *X houdt de deken op.* Kijk, aan deze kant zitten twee gaten. *X draait de deken om.* Maar aan de andere kant zitten er vijf, ziet u? Dat is fysiek onmogelijk. Dus ik kan hem niet maken. *O* Wat moet ik nu? *Koor* Hij is afgeschreven, afgedankt. *X* U kunt hem in uw huis laten rotten in uw kast, óf u laat hem hier en ik zorg, kosteloos, voor een recycling *O aarzelt.* *O* Als u dat het beste lijkt.. *X* Dat lijkt mij het beste. **ACT III.** *O is alleen. Een ukelele klinkt.* *O* Gisteren heb ik een mens snoeihard geslagen.
##TE ZWEVEND [[pstyle]]   We zitten niet meer in een oorlog Je drinkt het water in je mond Alleen de horizon bestaat nog Herdenk de boom die daar toen stond Ik wil verdrinken in je aders Mijn huid zo wit als een A4 Als je niet wil dan moet je stoppen Nergens is het zo laat als hier Ik weet het Te zwevend Dan ben je Tevreden Op de bodem van de vijver Een stenen hoofd is veel te zwaar Je lijf wordt slap en dan weer stijver De dagen lijken op elkaar Ik weet het Te zwevend Dan ben je Tevreden
##LEVENSLIED [[pstyle]]   hey vader hey moeder het lijkt zo lang geleden dat ik jullie heb gezien gaat het thuis met jullie goed sinds ik het voorgoed verliet en is blaffie er al overheen dat hij me niet meer ziet hey vader hey moeder ik had vannacht een hele erge aanval in mijn hoofd de dokter zei ik geef je nog een aantal dagen tot je niet meer kan bewegen en je ademhaling stopt hey vader hey moeder ik voel me best verdrietig in de kleine witte kamer mijn vrienden van de uni heb ik niet gezien sinds juni zelfs appcontact met Isabel is langzaam weggeëbt hey vader hey moeder doodgaan is niet wat ik angstig vind maar er zijn wat dingen die ik van jullie zou willen want ik voel me eenzaam, lelijk, onbemind mama, papa ik wil zo graag een allerlaatste keer ik wil niet langer dromen 'k weet ook niet hoe precies maar ik wil klaarkomen ik wil zo graag een man zijn en niet slechts een patient ik wil nu even geen pijn, maar in plaats daarvan verwend het gaat niet over overleven maar gewoon plezier kunt u mijn zondigheid vergeven in mijn finaal kwartier mama, papa ik wil zo graag een allerlaatste keer ik wil niet langer dromen 'k weet ook niet hoe precies maar ik wil klaarkomen
##ONCE UPON A TIME IN THE ART WORLD ####(THEORY PAPER) ####I [[pstyle]]       In 2015 werd het duurste album ooit verkocht. *Once Upon a Time in Shaolin* van de hiphopgroep Wu-Tang Clan werd voor meer geld verkocht dan de meest zeldzame Elvis- of Beatlesplaat. Dit is niet alleen te danken aan het feit dat deze dubbel-CD verpakt is in een met de hand gegraveerde, zilveren doos (met bijgeleverd boek van verguld perkament met leren omslag), maar voornamelijk aan het feit dat deze CD, *als enige CD in de wereld*, de nieuwe muziek van de wereldberoemde hiphopgroep uit New York bevat.       *Once Upon a Time in Shaolin* is uiteindelijk geveild door het online veilinghuis Paddle8 voor twee miljoen dollar aan de 34-jarige miljonair en farmaceutisch ondernemer Martin Shkreli. Het is de eigenaar én Wu-Tang zelf contractueel verboden om de muziek commercieel te verkopen vóór 2103, een periode van 88 jaar. Wel staat het de eigenaar vrij om de muziek te luisteren met anderen of de muziek zelfs gratis te verspreiden.       Het maken van de muziek op *Once* (deze verkorting van de titel voelt vrij toepasselijk) heeft zes jaar geduurd. Alle leden van Wu-Tang (leider RZA, GZA, Method Man, Raekwon, Ghostface Killah, Inspectah Deck, U-God, Masta Killa en Cappadonna) hebben aan de plaat bijgedragen. Dit gebeurde voor het laatst op hun debuutplaat uit 1993, *Enter the Wu-Tang (36 Chambers)*. Dit album wordt door muziekcritici gezien als een belangrijke en invloedrijke mijlpaal in de geschiedenis van de hiphop, vanwege het vernieuwende gebruik van samples en associatieve en humoristische teksten.       Voorafgaand aan de veiling van *Once* hebben de leden van Wu-Tang een luistersessie georganiseerd in het MoMa PS1, een expositieruimte in Queens, onderdeel van het MoMa in Manhattan. Hier werd voor een publiek van geïnteresseerde potentiële kopers, uitgenodigde media en enkele ‘invloedrijke leiders uit de kunstwereld’ een dertien minuten durende compilatie van excerpten van het album gedraaid dat zelf in totaal 128 minuten duurt. Er mochten natuurlijk geen opnames gemaakt worden van de sessie.       Zogenaamde ‘invloedrijke leiders uit de kunstwereld’, het MoMa, een veiling op Paddle8, een prijs van twee miljoen dollar, een hele reeks aan resulterende nieuwsberichten en *thinkpieces*... Wu-Tang kiest ervoor om *Once* op een wel heel specifieke manier uit te brengen. Ze creëren een context die weinig te maken heeft met een conventionele, grootschalige albumrelease. In plaats daarvan brengen ze hun muziek uit op een manier die kenmerken bezit van de moderne, gevestigde, bééldende kunstwereld.       *Wat gebeurt er met muziek wanneer het in de context van de beeldende kunst wordt geplaatst?* ####II       Het gebaar van de Wu-Tang Clan is heel bewust, bewezen door het statement dat te vinden is op de officiële website van *Once Upon a Time in Shaolin*:       *History demonstrates that great musicians such as Beethoven, Mozart and Bach are held in the same high esteem as figures like Picasso, Michelangelo and Van Gogh. However, the creative output of today’s artists such as The RZA, Kanye West or Dr. Dre, is not valued equally to that of artists like Andy Warhol, Damien Hirst or Jean-Michel Basquiat. […] By adopting an approach to music that traces its lineage back through The Enlightenment, the Baroque and the Renaissance, we hope to reawaken age old perceptions of music as truly monumental art. In doing so, we hope to inspire and intensify urgent debates about the future of music, both economically and in how our generation experiences it.*       Let hier dat Wu-Tang de release van Once vergelijkt met de wijze waarop kunst werd geproduceerd tijdens de Verlichting, de Barok en de Renaissance; pakweg de periode tussen de Middeleeuwen en de Franse Revolutie – de tijd van o.a. monarchie, aristocratie, het mecenaat, en de tijd vóór de mechanische reproduceerbaarheid. Dit statement van de Wu-Tang Clan lijkt impliciet ook te zeggen dat het functioneren van de huidige kunstwereld nog steeds bepaalde gelijkenissen vertoont met de oude tijden van aristocratie.1 Dit is in tegenstelling tot de muziekwereld, die tegenwoordig vrijwel louter functioneert volgens het systeem van vrijemarktkapitalisme. Artiesten zijn afhankelijk van de verkoop van hun muziek aan een massapubliek. Ook het bestaan van grote mediacorporaties, wereldwijde verspreiding, marketing en een vaak hoge entertainmentwaarde bewijzen het idee dat muziek wordt behandeld als handelswaar in een kapitalistisch systeem.       Waarom verschilt de muziekwereld tegenwoordig zo van de wereld van de moderne kunst? Zoals aangegeven door de Wu-Tang Clan, hadden muziek en beeldende kunst in vroegere tijden namelijk nog een vrij vergelijkbaar aanzien in de maatschappij. Kunstvormen zoals de muziek van Bach en de schilderijen van Rembrandt werden allebei voornamelijk door rijke, machtige mensen opgedragen, gefinancierd en geconsumeerd. Om het verschil te onderzoeken kunnen we beginnen bij het fundamentele verschil tussen een muziekstuk en een schilderij: de materie waaruit het bestaat. ####III       Muziek is een vluchtige kunstvorm. Het *bestaan* van muziek en de *creatie* van muziek zijn onlosmakelijk congruent aan elkaar, aangezien muziek technisch gezien niet meer is dan vibrerende lucht die vrijwel direct weer verdwijnt nadat het is opgewekt door een geluidsbron. Om muziek te kunnen ‘bewaren’, moeten de *instructies* voor het opwekken van deze trillingen bewaard worden. Deze instructies kunnen variëren van vrij eenvoudig, bijvoorbeeld “druk drie keer op de middelste C-noot van een piano” tot zo complex dat ze niet kunnen worden geïnterpreteerd door een mens: een CD bevat bijvoorbeeld honderden miljoenen bytes aan informatie over hoe elke geluidsgolf eruit moet zien, maar kan niet zonder elektronische hulp worden omgezet in vibrerende lucht.       Een bepaalde set instructies, bijvoorbeeld de partituur van een cello suite van Bach, kan worden gereproduceerd met of zonder mechanische hulpmiddelen. Zolang elke noot correct is gekopieerd, maakt het niets uit of de cellist gebruik maakt van de originele partituur of de kopie van de partituur. Een partituur is namelijk de instructie die de aanzet geeft tot de kunst in zijn ‘affe’ vorm: vibrerende lucht.       Mechanisch opnemen van geluid is uitgevonden door Édouard-Léon Scott de Martinville in 1857. In 1877 werd het proces om opgenomen geluid af te spelen ontwikkeld door Thomas Edison. In 1890 ontstond de techniek om opnames ook te reproduceren, en de eerste zogenaamde fonograafcillinders met muziek konden verkocht worden aan het publiek. De komst van de grammofoon, de cassette, de CD, de MP3, maakten het proces van muziekreproductie steeds accurater, makkelijker, en goedkoper. Muziek werd een goed dat eenvoudig verkocht, bezit en geruild kon worden. ####IV       In *Art in the Age of Mechanical Reproduction* schrijft Walter Benjamin over het concept authenticiteit. Authenticiteit is gevestigd op het ‘hier en nu’ van het werk, het *unieke* bestaan van een werk op een bepaalde plaats. Hierop rust het idee van traditie – dat het werk van het moment van creatie tot en met nu is doorgegeven als een identiek ding. Authenticiteit ontloopt, volgens Benjamin, het hele concept van reproductie, technisch of handmatig.       Als we nu Benjamins ideeën op muziek willen toepassen lopen we tegen een probleem aan. Wanneer een muziekstuk wordt gespeeld, bestaat het per definitie in het Hier en Nu. Maar tegelijkertijd is er geen sprake van uniciteit, noch het feit dat het werk van creatie tot nu is doorgegeven als identiek iets.2 In sterk contrast met de schilderkunst is het concept reproductie voor muziek noodzakelijk – kopiëren en reproduceren zijn *essentiële* benodigdheden voor de totstandkoming van muziek.       Dit maakt het ontzettend moeilijk om de concepten Authenticiteit en Uniciteit op muziek toe te passen. Hierbij gaat ook het Aura gepaard, dat volgens Benjamin sterk gegrondvest is in uniciteit. Maar waar Authenticiteit en Uniciteit in vrij goed gedefinieerd kunnen worden, blijft Benjamin bewust vaag over het Aura. Aura is niet een afstand, maar een gevoel van een bepaalde afstand, zo dichtbij als die moge zijn:       *To follow with the eye – while resting on a summer afternoon – a mountain range on the horizon or a branch that casts its shadow on the beholder is to breathe the aura of those mountains, of that branch.*       Ook al is het moeilijk te bepalen waar muziek nu authentiek te noemen is, kunnen we wel degelijk een aura voelen bij het luisteren van muziek. Dit gevoel is vrijwel alleen gereserveerd voor liveoptredens. Wanneer ik bijvoorbeeld naar een concert van King Gizzard & the Lizard Wizard in Paradiso ga, voel ik de speciaalheid van het moment; het Hier en Nu. En ik voel wel degelijk een uniciteit (King Gizzard & the Lizard Wizard is nu híér en nergens anders) en authenticiteit (dit is de échte King Gizzard & the Lizard Wizard). Deze uniciteit en authenticiteit hebben echter geen betrekking op de muziek als losstaand werk, maar op de performance. Wanneer ik naar mijn iPod luister is het aura afwezig, in de wetenschap dat ik volledige controle heb. Ik kan zo ‘dichtbij’ de muziek komen als ik wil, en ik kan de muziek keer op keer reproduceren, de twee aspecten die volgens Benjamin afbreuk doen aan het aura. Dat weerhoudt mij echter niet om de muziek op mijn iPod zeer te waarderen voor wat het is en voor wat het betekent. Deze waarde is wat Benjamin de ‘expositiewaarde’ noemt: de content van het werk, datgene wat een werk het waard maakt om getoond te worden aan een publiek.       Vóór de uitvinding van mechanische reproductie van muziek kon muziek enkel en alleen ervaren worden wanneer het werd opgevoerd door een muzikant. Het onderscheid tussen een ‘kunstmatige’ reproductie zoals een iPod en een ‘authentieke’ reproductie als een optreden, ontstond pas bij de uitvinding van de mechanische reproductie. Authenticiteit en uniciteit van de luisterervaring waren vroeger inherent aanwezig en daardoor irrelevant om te bespreken. Deze concepten kregen eigenlijk pas na de uitvinding van mechanische reproductie een duidelijke relevantie.       Laten we nu terugkomen bij de vraag waarom de wereld van muziek en de wereld van de kunst tegenwoordig zo verschillend zijn. We zouden kunnen stellen dat het aura van muziek gebouwd is op concepten die in de muziek wankeler zijn, en daardoor onbelangrijker, dan in de beeldende kunst. ####V       Mechanische reproductie heeft de muziekwereld volledig veranderd. Vrijwel alle vormen van muziek worden continu technologisch gereproduceerd, want de expositiewaarde overmeestert de kultwaarde (de rituele, magische speciaalheid) – of die expositiewaarde bijvoorbeeld dansbaarheid, lyrische betekenis of muzikale schoonheid is. Ook in de beeldende kunst werd gebruik gemaakt van nieuwe technologieën die ten koste gingen van het aura (neem de film als grootste voorbeeld). Maar net zoals het feit dat concerten nog steeds bestaan vanwege hun ritualistisch karakter (ook al heeft een CD waarschijnlijk een betere geluidskwaliteit), blijft er een kern in de kunstwereld over die het aura wel degelijk op prijs stelt. Kunst met een aura is gehuld in een bepaalde onbereikbaarheid. Kunst met een aura kan moeilijk omgaan met het concept van reproductie. De kunstwereld blijft exclusief, duur en gefocust op status en aanzien. Alleen mensen met genoeg geld kunnen het zich veroorloven om auratische kunst te bezitten en door het aanzien dat het de bezitter verschaft werkt het bestaande machtsstructuren in de hand. RZA vatte het als volgt samen: “This is like someone having the scepter of an Egyptian king.”       Benjamin beklaagde terecht de gevaren die auratische kunst met zich meebrengt. De muzikale regeerstaf trekt machtswellustigen aan. De koper van het album Martin Shkreli is dan ook een op zijn zachtst gezegd excentriek figuur, die zijn best doet om in de schijnwerpers te staan. Hij verhoogde de prijs van medicijnen die zijn bedrijf verkocht met 5600%, werd veroordeeld voor ponzifraude en trok met controversiële tweets voortdurend onthutste aandacht naar zich toe, tot zijn twitteracount uiteindelijk werd verwijderd vanwege seksuele intimidatie. Het kan niet bepaald fijn genoemd worden dat Shkreli nu ook met de staf van *Once* kan zwaaien om meer aandacht te krijgen.       Wat de Wu-Tang Clan eigenlijk doet, is dat ze een aura rond hun album *forceren* door de CD uniek en onbereikbaar te maken. Dit forceren kost veel werk: het hele productieproces moet goed beveiligd worden, al het studiomateriaal moet achteraf worden verwijderd, contracten moeten opgesteld worden. Technologische reproductie schaadt volgens Benjamin niet alleen het aura van de reproductie, maar ook dat van het origineel. Dat leek Wu-Tangs producer Cilvaringz zich ook te beseffen toen hij in een interview met Forbes zei: “One leak of this thing nullifies the entire concept.”       Zoals de kultwaarde ten onder gaat wanneer een kunstwerk wordt gereproduceerd en verspreid, gaat de expositiewaarde ten onder wanneer het werk geheim en exclusief wordt gehouden. Want welke expositiewaarde is er nu nog overgebleven van *Once*? De Wu-Tang Clan kennende zal *Once Upon a Time in Shaolin* waarschijnlijk prima muziek bevatten; interessante beats en sterke teksten vol referenties en woordspel. Niemand zal het er echter over hebben. Een handjevol mensen op de planeet heeft de muziek gehoord en waarschijnlijk hebben de meesten van hen een geheimhoudingsplicht. Wu-Tang wil met *Once* een punt duidelijk maken: muziek moet op zijn waarde worden geschat. Welk soort waarde? Klaarblijkelijk gaat het hier om de kult- en economische waarde. Datgene waar muziek tegenwoordig voornamelijk zijn economische waarde aan ontleent, de expositiewaarde, is niet meer aanwezig. Het vernietigen van de expositiewaarde kan gezien worden als een brute, ongenuanceerde actie, maar ook als een noodzakelijkheid om een punt te maken. Hoewel het ene kunstwerk, de muziek, verborgen blijft, ontstaat er een ander kunstwerk: de artistieke geste. ####VI       *Once Upon a Time in Shaolin* proberen te beoordelen als een album is misschien wel zoals *Erased de Kooning Drawing* van Rauschenberg proberen te beoordelen als een tekening van Willem de Kooning. De tekening is niet te zien en dat is het hele punt. Het gaat bij *Once* meer om de actie dan om het album. En hoewel de expositiewaarde van het album miniem is, kan het artistieke gebaar, aangezien het hele releaseproces open en bloot heeft plaatsgevonden3, wél een aanwijsbare expositiewaarde bezitten. Laat *Once* geen voorbeeld zijn voor albumreleases. Hoe de muziekwereld er ook in de toekomst uit gaat zien, een soort plutocratisch systeem van extreme exclusiviteit is geen goed idee naar mijn mening, en waarschijnlijk precies het tegenovergestelde van wat Benjamin als ideaal zou zien. Maar als artistiek statement heeft *Once Upon a Time in Shaolin* heel belangrijke dingen te zeggen. En nu is het wachten op 2103, wanneer we het écht over het album kunnen gaan hebben.   1 zij het tegenwoordig plutocratie 2 Uitzondering: improvisatie volgt niet helemaal de theorie dat een muziekstuk niet volledig authentiek kan zijn, aangezien improvisatie wordt ‘geschreven’ op het moment dat het wordt gespeeld en technisch gezien nergens een directe reproductie van is. Maar dit laten we even voor wat het is. 3 De officiële website van Once (scluzay.com) vat het volledige proces heel duidelijk samen. Het verschaft de geïnteresseerde ook met een breed scala aan fotos, nieuwsberichten en artikelen over de release.
##MONOLOOG [[pstyle]]       Mijn taak is om het licht aan te doen. Wanneer ik merk dat de zon naar de horizon begint te kruipen, dan is het de bedoeling om de met mijn ronde te beginnen. Ik hoef niet eens de zon in de gaten te houden om te weten wanneer ik moet beginnen, ik voel gewoon wanneer het tijd is. Tegen die tijd komt er een soort onrust in me, een kieteling in mijn borst die zich verspreidt door mijn hele lichaam. Als ik dat voel, moet ik gewoon bewegen, dan kan ik niet meer stilzitten, dan moet ik mijn spieren aanspannen, en dan kijk ik uit het raam en zie ik het, ja, de zon begint alweer onder te gaan, vandaar.       Dan pak ik mijn staf van koper die naast de deur tegen de muur staat. Ik steek de lont in de staf aan en als het koud is doe ik mijn jas aan, en dan doe ik de deur open en begin ik aan mijn ronde. Ik begin meestal aan die kant, zie je, bij die bomen op de helling, en dan ga ik vanaf daar de hele vallei af, helemaal naar de andere kant. Het is een leuke wandeling, als het niet regent tenminste, een kilometer of vier denk ik, al kost het meer tijd dan je misschien zou denken omdat ik natuurlijk bij elke lamp even moet stoppen. In de zomermaanden gaat de zon snel onder, dan moet je opschieten, binnen een halfuur is het dan nacht. Maar nu het winter is, staat de zon lager en gaat hij onder een hoek naar beneden. Dan duurt de hele zonsondergang wel een uur en ben ik precies terug wanneer het donker is.       Goed, ik ga dus met mijn staf naar buiten en begin aan mijn ronde. Op mijn eigen terrein staat er eentje, en de rest staat verspreid over de vallei. In totaal zijn het negenennegentig lantaarns, en ze staan soms op de raarste plekken. Ik kan er eigenlijk geen peil op trekken. Eentje staat half in de rivier, en er staan er drie in een groepje onder een eik. Het heeft even geduurd voordat ik precies wist waar ze allemaal stonden, en het is me vroeger ook wel een paar keer gebeurd dat ik er eentje tegenkwam die ik nog niet eerder had ontdekt. Maar ik ben er nu vrij zeker van dat ik ze allemaal ken. Althans, toch vermoed ik eigenlijk dat er nog ergens ééntje is - precies honderd lantaarns zou toch mooi geweest zijn. Bij elke lantaarn die ik tegenkom hef ik mijn staf op, boven mijn hoofd, en dankzij de mooie vertakte vorm van mijn staf - aan de ene kant zit dus mijn lont, en aan de andere kant zit een gebogen steel met een soort ringetje op het uiteinde - met die staf kan ik snel het glazen deurtje van de lamp opendoen, de lamp aansteken en vervolgens het deurtje weer dichtdoen zonder al te veel problemen. Het kost me hooguit tien seconden per lamp. Zo doe ik ze allemaal, van het bos, naar het veld, tussen de bomen door, langs de rivier tot aan de steile helling waarachter de bergen beginnen. Ik laat een spoor van dansende lichtjes achter, werkelijk prachtig in de schemering. Als ik aankom bij de helling staat er nog eentje, op een kaal stuk grond. Als ik die heb gedaan doof ik mijn lont en loop ik weer terug naar mijn huis. Ik ben tot nu toe nog nooit iemand tegen gekomen tijdens mijn ronde.       Wanneer ik weer thuis ben voel ik me fijn. Dan ben ik voldaan en voel ik me trots dat ik deze baan heb. Dan zet ik mijn staf weer terug tegen de muur en gooi ik nog een blok in het haardvuur om me op te warmen, dan drink ik één of twee stevige koppen esdoornthee met honing en lees ik een boek, en dan val ik zo in slaap. Het gaat altijd precies zo.       Elke ochtend, als de zon op is, ga ik naar buiten om hout uit de schuur te halen. En elke ochtend kijk ik dan even naar de gedoofde lantaarn op mijn terrein.
##ZUNGENREINIGER [[pstyle]] Zungenreiniger Mit doppelter, farbigen Borstenreihe für eine grundliche Reinigung Beseitigt Bakterienbeläge Bekämpft Mundgeruch und verbessert das Geschmacksempfinden Bakterienbeläge von der Zungenoberfläche wirksam und schonend beseitigt. Die verwendeten unterschiedlichen Materialen schützen die Schleimhaut und sorgen für eine stabile Grifffestigkeit. bekämpft Mundgeruch effektiv.
##POPULIST SPEECH ####(PERFORMANCE IN STEDELIJK MUSEUM) Dear friends, hallo Netherlands, hello Amsterdam.       Thank you for being here tonight. Thank you for being with so many. It's a privilege to be speaking to you in the beautiful Stedelijk Museum. For over a century, the Stedelijk Museum has been a symbol of freedom. When one says Stedelijk, one says freedom. And that is also true, perhaps especially for those who have a different opinion than the establishment, the opposition. Those who dare to investigate, question and critique. Therefore, most important freedom, is freedom of expression.       I know how difficult it is, especially nowadays, to be proud advocates of art. There is a lot of resistance. In my eyes, you are all heroes. And I applaud you.       Because there is nothing wrong with going to musea. There is nothing wrong with being an artist. There is nothing wrong with wanting the art world to remain prosperous and free. There is nothing wrong with wanting to preserve our culture, which we have built with our own hands.       Our art culture is the best there is. Right-winged philistines should accept our values and not the other way around. Our freedom must be defended. This is our duty.       That is why we are here. We will bring the change - and nothing, nobody can stop us. We hate no-one. We fight for our freedom and hence we object to the silencing rule of populist regimes, but we do not hate all populists. Neither do we hate those who want all our funding to be cut. But we must be wary.       We worry, because we are witnessing the chaos that populists are causing. The mayhem and the injustice. They roam the streets like ticking time bombs. We cannot afford to do nothing. We must do something, or one day they will storm the walls of this building, and we will be powerless. If you love the Stedelijk, then raise the alarm. If you love art, then raise the alarm. If you love freedom, then raise the alarm. Be proud of art. Always. Let the light of freedom shine! Never submit to barbarism! Long live art, and long live the artist. We are all artists. Thank you.
##IK WIL ####(GEDICHT) [[pstyle]] Ik wil Ik wil een zonnebril doe even chill, sta nou even stil de zomer pril, dat is wat ik wil. griepprik griep pil paracetamol ibuprofen X X Dubbele Punt X X Uitgekozen verschil ik til. ik ril. ik wil ik wil een veestapel een joekel van een aap en een jaap in mijn schouder. dat is wat ik wil. Reken het uit Slaak het uit Ik wil slapend rijk een krant in mijn keel en een jaar zonder werken Weet het zeker Weet de rekenkamer dat hoewel het niet meer jarig het jaar van de haan een karig verschil Maakt Maar Ik wil Graven Slagen met keiharde haal ontaarden Grond is hard in maart Te kil Ik wil Graag graven tot het donker Druipend wat er uit de aarde raar wordt. Dát is wat ik wil.