pannenkoeken feest
toen ik uit school was komen fietsen had ik een lekke band gekregen. Op school hadden we een onverwachtse overhoring over bergen gehad. Het hoofdstuk over bergen had ik nog niet gelezen, omdat ik bang was geweest dat we een onverwachtse overhoring over heuvels zouden krijgen. Ik had het hoofdstuk over heuvels dus twee keer gelezen, waardoor ik geen tijd meer had gehad om het hoofdstuk over bergen te lezen en nu was mijn band dus lek.
Het was niet super koud en het bos zag er fijn uit door de motregen die inmiddels was opgehouden. Toen ik een eindje had gelopen kwam ik bij een bordje wat ik niet eerder had gezien. Op het bordje stond ‘’pannenkoeken feest’’.
Ik volgde het bordje en na een tijdje kwam ik op een openplek. Er stonden lange gedekte tafels met witte lakens en een grote tent. Onder een boom zat een klein groepje gasten. Ik zette mijn fiets tegen een struik en liep er heen. Er was een meneer in een mooie jurk en een mevrouw die heel veel pratte. Er was ook een ekster met een pan op zijn hoofd. Volgens mij was de meneer een prinses.
Ik ging er bij zitten en kreeg een bord, bestek en een beker limonade. Bartels, de ekster, zou over niet zo heel lang beginnen met het bakken van de pannenkoeken. Het was zijn feest. De mevrouw praten en de bomen ruisten.
Toen stootte de mevrouw mijn beker limonade om. Ik had me heel er op de limonade verheugd en nu lag het over de tafel. ‘maakt niet uit’ zei de meneer die een prinses was ‘er is nog veel meer’. Maar toen ik nieuwe limonade kreeg was die helemaal niet lekker, er zat veel te weinig siroop in. En toen ik om meer siroop vroeg bleek dat ze alle limonade in één keer hadden aangemaakt en dat er nu geen siroop meer over was.
Bartels was naar de keuken gelopen en ik keek naar de vaalgele vlek die nu in het witte tafellaken zat. Ik hoorde de takken van de boom ritselen en de wind legde een bruin blaadje op mijn bord. Ik legde het blaadje voorzichtig in het gras. Ik hoopte dat ik het blaadje daar mee blij zou maken.
Even later kwam Bartels terug met een bord met een zilveren deksel. Hij keek niet blij. De meneer die een prinses was probeerde heel sierlijk de deksel op te tillen. Iedereen keek naar het bord, zelfs de mevrouw was stil. Alle pannenkoeken waren mislukt.
Gelukkig was er jam, want zelfs mislukte pannenkoeken zijn lekker met jam.
De tweede lading pannenkoeken was beter gelukt. Er was nu ook een blauwe kartonen doos aan tafel komen zitten die zich voordurend verontschuldigde omdat ze te laat was, maar dat ze de uitnodiging pas net had gekregen.
Bartels, de mevrouw en de kartonnen doos waren een gesprek begonnen over sorry zeggen tegen twijgjes toen het voorzichtig begon te regenen. ‘Nu moeten we in de grote tent gaan zitten’ zei Bartels ‘dan zitten we droog’. Maar de grote tent lekte, waardoor mijn stoel nat was en er soms een druppel in mijn limonade viel waardoor mijn limonade nog minder lekker werd.
Tegen het eind van de middag blies de meneer die een prinses was op een toeter ‘cadeautjes tijd’ riep hij. Iedereen ging in een kring zitten en gaf Bartels om de beurt een cadeau. Van de meneer kreeg Bartels een toverdrank die je beter maakt als je ziek bent, de mevrouw gaf een boekje met zinnen om te zeggen tijdens het kijken van een goede film en uit de blauwe kartonnen doos kwam een kip.
Maar ik had geen cadeau, ik had een lekke band. ‘Dat geeft niet’ zei Bartels en de meneer blies weer op de toeter.
Aan het eind van het feest toen iedereen elkaar gedag zei en weer naar huis ging en ik mijn fiets pakte, kwam Bartels naar me toe, hij deed een druppel van de toverdrank op mijn lekke band. ‘zo werkt dat volgends mij niet’ zei ik, maar Bartels keek me aan en zei ‘er is heel veel dat niet werkt zoals het zou moeten. Soms is dat erg en soms niet zo’ ik keek naar de band die weer heel was, Bartels glimlachte. Ik zwaaide hem uit en fietste naar huis.
De volgende dag na school ging ik terug naar de open plek, maar die was nu helemaal leeg. In het gras waren alleen nog gele plekken op de plaatsen waar de lange tafels en de grote tent hadden gestaan.
Jammer dacht ik, ik vond het best gezellig.