CURRENT show

2020_Zora

wantend

ABOUT bent

This is Beeld & Taal at the Gerrit Rietveld Academie Amsterdam.
On this site you can find exhibitions from this department.............

Sign up for our newsletter and receive our monthly invitation for a new exhibition.

Contact

OTHER exhibitions

Overview

Overview

2017 June (assessments)

2017 June (assessments)
~INDEX
~Zora Ottink
~Unvergleichlich leichter

inktjet 42 x 30 cm
~Untitled Romance

inktjet 20 x 35 cm

I

Je lichaam was klam bijna plakkerig. De tijd waren we inmiddels vergeten. Je lag van me afgewend. De moedervlekken op je rug leken wel een tekening van het sterrenstelsel. Rechts in het midden had je een wat dikkere stip. Jijzelf vond hem lelijk. De stip verbond alle elementen van je slanke rug. Hij was het centrum van het stelsel.

De deur van de badkamer staat op een kier. Ik zie hoe jij je eigen spiegelbeeld afkeurt. Je keert je naar de spiegel en zet je linkervoet op de badrand. Je lange been staat een perfecte hoek en je rug in een vreemde kronkel voorovergebogen. Met geduld begin je je been te scheren. Als een sneeuwschuiver trek je banen door het scheerschuim. De banen worden langer, langzaam trekken ze richting je schaamstreek. Gefocust kijk je naar je venusheuvel of je je schaamhaar wel gelijkmatig genoeg hebt gelaten. Donkere lokken bedekken je ronde gezicht. Je schuift een pluk haar achter je oor voor meer zicht en je kijkt even op. Lichtelijk betrapt kijk je me aan en doe je de deur dicht. Het dichtvallen van de deur is als het vallen uit mijn droom. Een val in de realiteit, de val die altijd terug keert. Jij zegt dat liefde leren vallen is. En dat leven dromen is. “De werkelijkheid is zoals je hem ziet” zeg jij dan. Was dat maar zo, dan zat er nu geen gat in de ozonlaag en waren onze nachten langer. Voor mij is er wel degelijk een onderscheid. Al vind ik het wel een bevrijdende gedachte. Als liefde leren vallen is ben ik bij jou wel het vaakst op mijn bek gegaan. Terwijl ik het laken van mij aftrek kijk ik naar het bed. De lakens hadden zich tot een soort gebergte gevormd. De Himalaya, zoiets. Mijn vader was alpinist. Weken was hij weg terwijl ik en mijn moeder thuis met spanning afwachtten of hij de weg terug zou vinden. Regelmaat was zijn grote angst. Kinderen had hij nooit gewild. Een risicovol leven is volgens hem een rijk leven. Het leven heeft pieken en dalen nodig. Daar zit het geluk. Alles in het midden is niks. “Zonder dalen geen

bergen” heb ik dan ook iets te vaak van hem gehoord. Een keer zijn we als gezin de bergen in gegaan. Mijn vader draafde ver vooruit terwijl mijn moeder en ik achter hem aan sukkelden. Hij vertelde over de gletsjers die door opwarming van de aarde aan het verdwijnen zijn. Hij leerde mij hoe ik aan de lucht kon zien of er slecht weer op komst was. Maar op de wolken kan je nooit helemaal vertrouwen. De lucht kleurde loodgrijs en we wisten de hut niet op tijd te bereiken. De bliksem sloeg naast ons aan alle kanten in. Ik herinner me mijn moeder in totale paniek en mijn vader die schreeuwde dat we gehurkt uit elkaar moesten zitten zonder dat onze handen de grond raakten. Ik keek naar het gras dat bij vlagen wit uitsloeg en hoorde de donder terwijl in de verte bomen kraakten en omvielen. Tellen durfde ik niet. Dat liet ik wel aan mijn vader over.

Je slaat de deur van de badkamer open. “Stef, had je niet even het bed kunnen opmaken!” In een vloeiende beweging sla je de lakens omhoog en trek je de dekens glad. Je nipt het laatste slokje koffie weg en trekt je panty omhoog om de ladder in je rechterbeen te verhullen. “Ik moet gaan” zeg je vluchtig. “Jezus, Lea nu al?” Je kust mij met getuite lippen gedag waardoor er nog wat nattigheid op mijn onderlip blijft hangen. Je hakken raken de vloer steeds net iets te hard, en je slaat de voordeur dicht.

Ik vraag me af hoe lang het DNA van je speeksel op mijn onderlip zal blijven zitten. Het schijnt dat de vrouw, het DNA uit het sperma bij aanraking van het vrouwelijke geslacht, tot haar dood bij zich draagt. Als onvoorwaardelijke liefde dan toch niet bestaat is dit misschien nog een lichte troost.

Naast je bed snoozde klassieke muziek. In een handomdraai sla ik de wekker uit. Niet dat ik iets tegen Mozart heb maar in de context van de vroege ochtend word ik liever met een ander geluid geconfronteerd.
Eigenlijk stoor ik me hier al dagen aan, maar ja het is wel jouw huis waar ik me nu bevind. Ik weet ook best dat ik het bed had kunnen opmaken, nu we de fase van het delen van de tandenborstel voorbij zijn. Op de muur hangt een lijstje

met een naaktfoto van jou. Gemaakt door zoalsjij zegt je “ex geliefde”. Ik beeld mij in hoe deze foto tot stand gekomen is, maar krijg daar direct spijt van.

Achter het lijstje zit een gat in de muur. De foto heeft niks te maken met het door jou in de muur geslagen gat. Het is slechts een verhulling. Waarom je het gat in de muur sloeg zou je me nog weleens vertellen. Je hebt wel vaker vandalistische gedachtes en uitingen. Ik heb je aangeboden om het gat dicht te smeren. Dat mocht niet. “Niet bang zijn voor het zwarte gat” zei je lachend. Voor jou had het gat een symbolische waarde gekregen, voor mij meer een pathetische. Ik haal het lijstje van de muur. Kijk nog eens naar het ingeslagen gat en ga op de rand van het bed zitten. “In alles zit een gat” zei mijn vader altijd. Toen ik klein was vertelde hij mij al dat in het heelal gaten zitten. Het zwarte gat is een gebied in het heelal waar de zwaartekracht zo sterk is dat een object dat in de buurt komt onherroepelijk verloren is en nooit meer terug kan keren. Ik was twaalf toen mijn vader verloren raakte.

Hij viel tijdens een tocht in de Alpen in een gletsjerspleet. Het gat in de ozonlaag heeft hem niet gered. De opwarming van de aarde is voor hem niet snel genoeg gegaan. Ik adem diep uit en laat mijn bovenlichaam zakken op het bed.

II

De maan staat op zes uur. Gelukkig is hij niet vol, want dan bloed jij meestal. Jij beweert namelijk, dat het einde van jouw cyclus samenvalt met de volle maan. Ik druk mijn peuk uit en gooi hem twee etages naar beneden, open de beslagen balkondeur en loop de kamer in. Gewassen natte haren glijden langs mijn genicotineerde vingertoppen. Je pony loopt in twee strakke 90 graden hoeken net boven je wenkbrauwen. Je staart me aan. “Ik moet mijn tanden poetsen” zeg je terwijl je je lichaam van mij afwendt. Je draait de kraan open en spuugt het blauwwitte mengsel uit. Je spuugt nog een keer na. “Waar kijk je naar?” vraag je. Ik reageer maar even niet, dat is denk ik beter nu. Je moest eens weten hoe goed de schaamte je staat. Hoe mooi ik de ongemakken met jou vind. Het kan me niet schelen dat je vrienden je raar vinden. Dat je graag te veel whisky drinkt, je van feestjes verwijderd wordt, praat met vreemde mensen op straat en dat ze je bij de avondwinkel net iets te goed kennen. Ik herinner mede avond dat jij bijna moest kotsen. Eigenlijk was ik helemaal niet echt dronken. Ik deed maar alsof. Ik wilde zo graag de pieken van de nacht met jou delen en de volgende ochtend de afgrond zien. Ik zou zo graag willen voelen zoals jij, van het onbekende leren houden. Als mijn aantrekkingskracht voor jou zwaartekracht is, ben ik nu verloren. Mijn rug plakt aan het douchegordijn. Hete druppels vallen op mijn schouders, rollen langs mijn benen richting het putje. Je achtergebleven haren spoelen mee. Het waterpeil in de douchebak stijgt. Ik loop de douche uit, naar de slaapkamer waar jij op bed ligt. Je bent al inslaap gevallen.Je ligt vreemd, in een soort vrije val. Met je buik op het matras, handen boven je hoofd en je voeten op het hoofdkussen. Je witte kanten slip zit net een beetje strak waardoor wat knelpunten ontstaan. Ik sluip naar de andere kant van het bed en kijk naar je gezicht, je mond hangt een beetje open en je lippen zien er wat uitgedroogd uit. Ik vraag meaf welke film zich in jouw hoofd afspeelt. Welke acteurs in jouw decor spelen. Misschien slaap je nu wel

met een ander, en is de afstand tussen ons nog nooit zo groot geweest. Ik lig op de linkerkant van het matras. Dit is eigenlijk jouw kant. Het kussen ruikt naar een combinatie van jouw shampoo en een onbestemde geur. Terwijl ik mij behoedzaam op mijn buik draai, kijk ik onder het bed. Er staat een halfvol glas water en er ligt een afgekloven pen met daarnaast een klein notitie boekje. Ik kijk even naar de rechterhelft van het matras waar jij nog in diepe slaap ligt. Voorzichtig sla ik het boekje open. De pagina’s bestaan voornamelijk uit doorgekraste zinnen, die ik niet kan lezen. Terwijl ik het boekje dichtklap zie ik op de laatste beschreven pagina: fantaseren over hem is mooier dan daadwerkelijk bij hem zijn. Mijn lichaam zakt diep in het door jouw voorgevormd matras. Het bed trilt, jij beweegt. Langzaam ontwaak je uit je droom. Ik stap het bed uit, zacht hoor ik je zeggen: “Wat is er?” Ik loop naar de muur en sla in één beweging het lijstje met de naaktfoto op de grond. “Er is niks”. Slechts een gat.

III
We gaven niet om tijd. Maar nu hebben we tijd nodig zei je.

Ik kijk uit op mijn voeten die net uit het dekbed piepen. Jij hield ze geregeld even vast. Dan zoog je kort aan mijn grote teen. Ik heb niks met tenen maar die zenuwuiteinden blijken verdomd gevoelig. Je sprak dan je bewondering uit. “Voeten als van een Romeins beeld” zei je. Mijn moeder zegt dat ik de voeten van mijn vader heb. Die van hem hadden als alpinist behoorlijk wat te verduren gehad. Zijn tenen hadden een derdegraads bevriezing overleefd. Ze kleurden van blauw naar donkerpaars maar werden net niet zwart. Als kind vroeg ik me af hoe het zou lopen zonder tenen. Mijn vader beweerde dat je ze best kon missen. Hij wist er alles van. Bij een bevriezing ontstaan in de cellen ijskristallen. Die kristallen zetten uit en maken de cellen kapot. Oren, neus, vingers en tenen bevriezen het snelst omdat ze een ongunstige verhouding hebben tussen oppervlak en inhoud. Het oppervlak is groot, de inhoud klein. Door dat grote oppervlak gaat veel warmte verloren.

Ik trek mijn voeten naar binnen en maak me zo klein mogelijk.

Onder het bedstel ligt stof dat zich op sommige plekken vermenigvuldigd heeft. Onder jouw bed had zich ook iets verzameld. Ook daar had ik beter niet naar kunnen kijken. Het is meer dan een dag en een etmaal dat je niet meer naast me ligt. Niet meer tussen jouw lakens, niet omringd door jouw muren maar glad gestuukte kale dikke wanden, waar je een spijker direct krom in slaat. Het oppervlak van mijn bed;160 bij 200 cm, de lakens; stug, het matras; hard.

Als we seks hadden op jouw twijfelaar en jij met je lange benen omhoog lag, pakte je vaak je eigen voeten vast. Ik had geen vrouw dat eerder zien doen. Je zei dat je dat deed omdat je dan je bekkenbodem beter aanspant en je meer voelt.

Ik strek mijn armen uit en duw mijn borstkas naar voren en druk het kussen tegen mijn gezicht om te ontkomen aan het licht in de kamer.

Aan de ochtenden met jou viel niet te ontkomen. Je had zo je rituelen.

Het stond je slecht, die meditatie-stand, met die verschrikkelijke bijbehorende tunes op de achtergrond. Ik hoor je nog zeggen “Als je je ogen sluit kan je het verst kijken”. Ik denk dat je diep bedoelt.

Laatst nog dacht ik weer meditatietunes te horen maar je bleek het laatste album van Nick Cave, Ghosteen te hebben opgezet. Jouw liefde voor hem is groot. Muzikaal gezien deel ik dat maar zijn pathetiek trek ik niet. Hij neemt zichzelf wel erg serieus. Jij vindt het juist zijn kracht dat hij onbeschaamd romantisch en clichématig durft te zijn.

Het cliché is dat ik hier lig en “No more shall we part” meezing met die ijdeltuit, je weg drink als water dat wodka is, zo lang wil blijven liggen tot mijn verstijfde ruggenwervels me uit bed dwingen, komen en spuiten tot de lakens vastkleven.

Terwijl ik draai naar het nachtkastje zet ik nog een keer de fles aan mijn lippen en mors ik een beetje op het dekbed. Pak mijn sigaretten. Haal de laatste uit het pakje. Steek hem tussen mijn vingers en breng de sigaret naar mijn mond. “Uitgestelde zelfmoord” zoals mijn vader dat noemt. Ik steek hem aan. Inhaleer diep en blaas in en uit tot ik wegval.

Rokend in bed in slaap vallen is klassiek. De gemorste wodka op het dekbed deed de rest. Bij de eerste hulp zeiden ze dat ik geluk had. Mijn vader had een derdegraads bevriezing overleefd op de top van de Mont Blanc. Bevriezing wordt beschouwd als een koude verbranding van de huid. Ik had de vingers van mijn rechterhand derdegraads verbrand, alleen omdat ik je voor even wilde

vergeten.

Ik heb niet naar mijn hand durven kijken. Pas toen de zuster hem verbonden had durfde ik te kijken.

Douche druppels spetten tegen de plastic zak om mijn gemutileerde hand. Grondig zeep ik mijn okselhaar in. De ontsmettende gel ruikt naar rozemarijn en heeft ver weg iets van je geur. De geur die je droeg als je net uit de badkamer kwam en met je lange natte lokken naast me kwam liggen. Je waste je haar vaak voor het slapen gaan, dan droogde het mooier op zei je. Ik haal mijn linkerhand door mijn natte haar en schuif het douchegordijn opzij. Druppels damp druipen langs de muren. De douchekop lekt na. Je bent nog overal.

IV

“Let’s meet” schreef ze me, en we spraken af. Elise is kleiner dan ik me haar had ingebeeld, maar ze draagt haar hakken hoog. Op haar profiel leek ze smaller, bijna mager. Haar rechtervoet lijkt steeds iets af te wijken bij iedere stap die ze zet terwijl ze mij tegemoetkomt. De wind waait recht tegen haar rug en slaat haar haren in haar gezicht. Terwijl ik richting haar wang ga om haar gedag te kussen lijkt ze zich bijna af te wenden maar ik zet door. “Oh your cheeks are so cold” zegt ze met een Frans accent.

Het duurde niet lang voor we de warmte in elkaar hadden opgezocht. Al na het tweede rondje in het café gaan we richting haar huis. Als we in de gang staan en we haar appartement nog net niet binnengetreden zijn, stop ik mijn linkerhand in haar broek. Ik bevoel haar beboste heuvel en druk mijn vingers in haar. “Not here” hijgt ze in mijn gezicht. Ik trek mijn hand terug. Ze loopt met open gulp en rinkelende huissleutels voor me uit en opent de deur. Daar pas dringt ze haar tong in mijn mond. We trekken ieder onze eigen kleren uit. Ze is vrij duidelijk in hoe ze het wil. Het voelt bijna plastisch, dus hou ik het kort voor ik mijn opwinding verlies. Een behoorlijke hoeveelheid onverschillig sperma komt op haar buik terecht. Ik kijk naar de situatie. Het is alsof mijn bewustzijn in een klap binnen valt na het komen. Ze kijkt bedachtzaam naar haar navel, waar mijn zaad zich in het kuiltje heeft verenigd. “Just grab that towel” zegt ze. Terwijl ik met de stugge doek over haar buik ga zegt ze dat die toch al gewassen moest worden. “I’ll take a shower”, ze steekt haar haren op en stapt het bed uit. Ik kijk de kamer rond. De vitrage beweegt, een kat springt op de vensterbank en bekijkt mij op gepaste afstand.

Al vrij snel komt ze in haar onderbroekje de badkamer uit. Zonder dat ik ook maar een blik van haar kan vangen haalt ze haar t-shirt van de grond. Ze trekt hem over haar hoofd aan, waar hij te midden van haar gezicht even klem komt

te zitten. Ik kijk naar haar zware borsten die door haar houding iet wat worden gelift. Terwijl ze de balkondeur opent zegt ze dat we nog net de laatste avondzon kunnen pakken. Het lage licht weerkaatst op haar fletse gezicht. “Do you happen to have cigarettes?” vraagt ze. Kort kijk ik naar mijn verbonden hand en schud nee. We zitten samen op het balkon zij en ik. “The sun will come back” zegt ze terwijl een wolk een schaduw over ons trekt. Ik kijk naar de haartjes op haar bovenbenen die door de kou bijna statisch lijken. Even staat ze op. Ze gaat ietwat gehurkt voor me staan en bewatert de kruiden die in potten langs de reling hangen. Het grove raster van de tuinstoel heeft een motief op haar billen achtergelaten. Op de reling paradeert de witte kater. Sierlijk zwiept hij zijn staart langs mijn gezicht. Hij is komen aanlopen en nooit meer gegaan vertelt ze. “Would you still like a coffee”? Ik schud nee en zeg dat ik moet gaan. I’ll let you out”.

Ik sla de voordeur van het appartementencomplex achter me dicht. De krachtige wind op weg naar huis herinnert me aan een uitspraak die ik als kind had. “Lucht waait” zei ik dan. Ik had er wel meer zoals “vuur brandt”. “Ze horen bij elkaar maar kunnen niet samen” zei mijn moeder.

Ze was jong toen ze mijn vader leerde kennen. Tijdens een trektocht in Nepal sloeg de vonk over. Hij was de gids binnen het gezelschap. Al vroeg raakte ze van mij in verwachting. Ik was niet gepland, wel gewenst. Mijn moeder hechtte zich sterk aan hem maar ze was goed in missen. Ze moest wel, hij was vaak maanden weg. Ze vertelde mij dan voor het slapen gaan op welke berg en hoogte hij zich zou bevinden. Ik begreep nooit waarom er op de top van hoge bergen sneeuw ligt. Als je dicht bij de zon bent zou het toch warmer moeten zijn, dacht ik toen, maar de zonnestralen die door de dampkring het aardoppervlak raken, geven voordat ze de aarde raken nog geen warmte af. Pas als ze weerkaatst worden stijgt de warmte vanaf de aarde terug te ruimte in. De dampkring wordt dus van onderaf verwarmd.

Mijn moeder zegt dat je de man van je kinderen niet kiest. “Die wordt voor je gekozen” zei ze, “daar doe je niks aan”.

Flikkerend springen de lantarenpalen aan terwijl ik mijn vertrouwde straat inloop. Ik denk terug aan de witte kater en hoe de Française eufemistisch zei dat hij al “geholpen” was. Na het ongelukje van mijn bestaan had mijn vader zich laten helpen. “Jouw moeder” zei hij “is zo vruchtbaar dat je haar al bezwangert als je naar haar kijkt”.

Doffe trillingen klinken door in het portiek. Ik steek de sleutel in het slot, open mijn voordeur. De bovenburen hebben weer eens een huisfeest. Ik zal de avond moeten doorbrengen in dit monotone gedreun.
Op zo’n soort feest leerde ik Lea kennen. Alleen dan met betere muziek. Ik weet het nog precies. Ergens middernacht, de restjes van de avond werden op tafel gesmeten. De laatste lijnen werden verdeeld. “Deze deel ik wel met hem” zei je. Je sloeg je haren opzij, boog je hoofd naar de spiegel op de salontafel. Terwijl je de witte poeder naar binnen snoof, reflecteerde de kroonluchter via de spiegel fonkelend op je gezicht. Je liet een half lijntje voor mij over. Ik snoof het in één diepe haal naar binnen. Toen ik afstand van de spiegel nam, glinsterde die nog na als een etalage van een Swarovski-winkel, waarvan de ramen nodig gelapt moesten worden. Ik draaide mijn hoofd een kwartslag. Je zag me.

Daar begon het, bij de gedeelde lijn coke. Dronken tot de bodem maar zo nodig als de ranzige spiegel afgenomen moest worden blijft mijn herinnering aan jou helder.
Waar we nu ook zijn. Ik weet nog waar we waren, alleen niet meer waar het misliep.

Ik loop naar het nog open raam, sluit het om het geluid van het feest boven te dempen. Terwijl ik naar buiten kijk druk ik mijn hoofd tegen het koude glas. Ik kijk recht in het verlichte huis van de overbuurvrouw. Haar gezicht ziet blauwig door de weerschijn van haar flat screen. Boven haar en het bankstel hangt een

typische stockfoto op canvas. Het beeld bestaat uit een primitieve touwbrug die verdwijnt in een mistige jungle. Op één van de laatste vakanties met mijn vader in de bergen was het ook mistig. We liepen op een smal pad langs een afgrond. Het was niet de eerste keer dat ik zo’n pad bewandelde, alleen was het nooit eerder zo beangstigend geweest. Door de mist raakte ik totaal gedesoriënteerd. Ik zag geen hoogte, geen diepte, alles was wit. Het enige dat ik nog zag was het smalle stenen pad en de wazige gestalte van mijn vader voor me. Hij hield geen rekening met mijn vertraagde tempo, ook hij werd wit. Mijn benen trilden. Ik riep dat ik niet verder kon, dat ik het niet meer durfde. Hij riep dat het in mijn hoofd zat, dat ik gewoon goed mijn gewicht moest verdelen en mijn voeten moest blijven volgen. Ik moest door, er was geen weg terug.

Mijn zicht troebleert, mijn adem condenseert op de koude ruit. Ik denk aan je Lea. Je witte zachte huid, je melkachtige bergen en je ronde gezicht zijn nu heel ver weg.

Wordt vervolgd

~I don't wanna wash the sheets

glass, cotton 70 x 70 cm
~Lost tapes

zeefdruk 42 x 59,4 cm
~White Nights


acrylic on canvas 80 x 60 cm
~Endless waterfall at the Chinese restaurant

acrylic on canvas 80 x 60 cm
~I'll see you in heaven if we both get in

pencil & ink on inkjet print 42 x 30 cm


~Your bleeding girl

Inktjet 40 x 28 cm
~Burn the grid

inkjet print 42 x 30 cm
~(Untitled) self

acrylic on inktjet print 10 x 15 cm


(scriptie aanzet)

THE CRIME OF BEING AN ARTIST


INLEIDING

Geen kunstenaar begint vanuit het niks, alle kunstenaars verwijzen op een bepaalde manier naar kunstenaars voor hen. Volgens Roland Barthes (1915) zijn we een collage, omdat we alles recycelen, en alles gebruiken wat we hebben gezien of gehoord. Het is onmogelijk origineel te zijn. In deze tijd waarin beeld en taal zich steeds makkelijker eindeloos vermenigvuldigen en verspreiden is auteurschap een steeds schimmiger en daarom misschien wel steeds urgenter vraagstuk.

In mijn worsteling naar mijn identiteit als kunstenaar onderzoek ik vier kunstwerken van vier verschillende kunstenaars die ieder op hun eigen manier spelen met auteurschap en het bevragen.

In de film Double Take hergebruikt Johan Grimonprez beeldmateriaal van scenes van Alfred Hitchcock’s Birds. In de film is de hoofdpersoon professor Alfred Hitchcock bang zijn auteurschap te verliezen doordat hij zou worden vermoord door zijn dubbelganger.

In hoofdstuk twee gaat Double Take over in de double take van de reclamefotograaf van de Marlboro Cowboy die zijn campagnefoto door Richard Prince geclaimed zag. Richard Prince zegt openlijk dat claimen iets anders is als stelen.

Marcel Duchamp werd wereldberoemd door het werk “Fountain” waarvan nu blijkt dat het toebehoort aan Elza von Freitag een kunstenaar/student en geliefde van Duchamp die het had ondertekend met haar pseudoniem R.Mutt. Hiermee begroef hij de reputatie van een echte genie uit de twintigste eeuw.

Als laatste laat Sophie Calle in Shadow op haar verzoek haar moeder een privé detective inhuren om haar dagelijkse activiteiten te rapporteren en zo fotografisch bewijs te leveren van haar bestaan.







INHOUD

Inleiding

I
When you meet your double you should kill her Double take - Johan Grimonprez

II
Something Continued
Untitled (Cowboy) - Richard Prince

III
Marcel, I love you like hell Fountain - Elsa von Freytag

IV
The subject returns home, the surveillance ends The Shadow – Sophie Calle

Nawoord





I
WHEN YOU MEET YOUR DOUBLE YOU SHOULD KILL HER

Naam: Zora Ottink, geboren: 1997 Amsterdam, lengte: 1,77m, gewicht: onbekend, opleiding: 2018-heden Gerrit Rietveld academie.

“Intens, gebalanceerd, uniek, mysterieus, delicaat, glad, subtiel en aangenaam. Een sterk karakter. Rijk, erg rijk. Ik zou zeggen Latijns Amerikaans. Diep sensueel met een goeie nasmaak” zeggen de twee jonge koffiedrinkende vrouwen tegen elkaar aan de bar. George Clooney luistert zelfgenoegzaam. Hij voelt zich gevleid. “Ladies, You were talking about Nespresso, right?” De jonge vrouwen knikken verontwaardigd. “What else?” zegt Clooney om zijn gezicht te redden.

Zora klikte de advertentie op haar laptop geïrriteerd weg. “Double Take” de gefictionaliseerde documentaire van Johan Grimonprez uit 2009 had haar verward achtergelaten. Haar telefoon lichtte op met een nieuws alert van de New York Times. "Donald Trump himself was behind the attempts to get Ukraine to investigate Joe Biden" Ze keek nog een keer naar de mail van Floor van Luijk haar theoriedocent. Analyseer en interpreteer de film en ga daarbij uit van twee gelezen teksten. Teksten van Da Vinci, Debray, McLuhan, Rajewsky, Barthes, Borges, Duchamp, Lewitt over media en auteurschap waren de afgelopen maanden in de klas besproken.
Het essay van Barthes “Death of the author” doemt als eerste op in haar hoofd.
Barthes stelt dat wanneer het werk van de kunstenaar klaar is en de wereld in gaat, de kunstenaar sterft en de lezer/toeschouwer geboren wordt. Iedere toeschouwer neemt zijn eigen context mee en maakt zo zijn eigen verhaal. De kunstenaar heeft daar geen enkele invloed op. In de film wordt de hoofdpersoon professor Alfred Hitchcock door zijn dubbelganger vermoord.

Ze probeerde het bombardement aan beelden en het verwarrende narratief van de film te duiden en vond op IMDB een samenvatting:

Director Johan Grimonprez casts Alfred Hitchcock as a paranoid history professor,
unwittingly caught up in a double take on the cold war period. Subverting a meticulous array
of TV footage and using 'The Birds' as an essential metaphor, DOUBLE TAKE traces
catastrophe culture's relentless assault on the home, from moving images'
inception to the present day.

- anonymous
Ze vertaalde de tekst in Google Translate:

Regisseur Johan Grimonprez werpt Alfred Hitchcock op als professor in
paranoïde geschiedenis, ongewild verstrikt in een dubbele kijk op de
koude oorlogsperiode. DOUBLE TAKE ondermijnt een nauwgezette
reeks tv-beelden en gebruikt 'De vogels' als een essentiële metafoor, en
volgt de meedogenloze aanval van de catastrofecultuur op het huis, vanaf
het begin van bewegende beelden tot op de dag van vandaag.

- anoniem

Professor in paranoïde? Ze raakte nog meer in verwarring. Ze scrolde verder en was benieuwd naar de recensies.

Meta score 66
70 The New York Times A.O. Scott

Although it is composed mainly of archival footage and touches on a great many actual events, Double Take, as you may already have gathered, is not quite a documentary. It is, instead, a meditation on a series of loosely related themes drawn together, somewhat tenuously, by the familiar yet elusive sensibility that Hitchcock brought to Hollywood and then to American television.

40 Time Out Keith Uhlich
It’s a neurotic treatise that simply adds to our cultural dementia instead of illuminating it.


Zora lachte, het was waar, ze had met haar geheugen geworsteld tijdens het kijken naar de film maar zag dit juist als een spiegel. Een onaangename maar wel zinnige reflectie.
Op Youtube keek ze naar een gepixelde versie van een interview overDouble Take met Grimonprez en zijn scenario schrijver Tom McCarty. De mannen vergelijken de genialiteit van Hitchcock met die van Freud. McCarty zei: “We hebben allemaal angsten rond seks, schuld, dood en rare relaties met onze moeders. Net als Freud vergroot Hitchcock deze dingen op zoek naar identiteit.
De hoofdpersoon denkt na over zijn eigen werk en wie we zijn en dat is zo bij alle grote kunstenaars”.

Zora klapte haar laptop dicht en liep naar de spiegel in haar kamer. Niemand zou haar zo kunnen zien als zij zichzelf ziet, maar ze zag haar eigen gezicht niet. Wie was ze? Was er nog een Zora? Of nog twee, of misschien zelfs meer? “If you meet your double, you should kill him” zegt Hitchcock in de film. Ze dacht aan haar psycholoog die regelmatig Freud citeerde “Je bent de schaduw van al je eerdere ontmoetingen”.

Hoe origineel was ze? Wie zou ze zijn of worden als kunstenaar?
Barthes zegt dat we een collage zijn, dat we alles recycelen, omdat we alles gebruiken wat we hebben gezien of gehoord. Het is onmogelijk origineel te zijn. Zora was geïnspireerd door de manier waarop de Vlaamse filmmaker oud materiaal hergebruikt, een nieuwe kadrering toepast en een totaal nieuw verhaal maakt, dat deels weer gebaseerd is op een bestaand verhaal. Deze film bevatte zowel in beeld als in taal oneindig veel lagen.
In het essay The medium is the message stelt McLuhan dat het ene medium steeds plaats maakt voor het andere en dat uiteindelijk de inhoud steeds minder belangrijk wordt. Mensen hebben de neiging zich te concentreren op het voor de hand liggende, dat wil zeggen de inhoud, omdat die ons waardevolle informatie verschaft maar ondertussen missen we de structurele veranderingen van dingen die subtiel worden geïntroduceerd door technische vooruitgang. In de film is professor Hitchcock bang dat film wordt overgenomen door televisie en dat zijn televisie double hem zal vermoorden. Deze zal het uiteindelijk moeten afleggen tegen zijn Youtube double, maar hoe lang zal deze moordenaar overleven? Is de holografisch geprojecteerde double de volgende?

McLuhan zegt ook wel dat ieder medium een medium is in een medium. Zora zag droste effect, na droste effect. Ze besloot deze vorm te gebruiken voor de opdracht van haar theoriedocent.
Het was november, het begon al vroeg te schemeren, ze wendde zich van de spiegel af en keek naar buiten. Zag zichzelf nog een keer weerspiegeld in het raam. Ze liep naar zichzelf toe, zette haar hoofd tegen het koude glas. Buiten vlogen honderden spreeuwen als zwarte silhouetten door de lucht op zoek naar een boomtop. Ze wreef over haar dikke oogleden, ze had cafeïne nodig en zette de water koker aan. Terwijl het water aan de kook raakte pakte ze de oploskoffie en dacht aan de rol van de vrouw in de advertentie uit de jaren 60 waarmee Grimonprez zijn documentaire begint. How can such a pretty wife make such bad coffee? De film wordt een aantal keer onderbroken door verschillende Folgers Instant Coffee commercials. Vrouwen blijken geen koffie te kunnen zetten terwijl dit voor de mannen van essentieel belang lijkt. De enige oplossing is de oploskoffie van Folgers. Zora realiseerde zich dat 50 jaar later de rollen zijn omgedraaid. Nu is het de man, Clooney die belachelijk gemaakt wordt. Hoe zullen we over 50 jaar naar deze commercial kijken? En op het wereldtoneel lijkt alles ook omgekeerd. De fragmenten in de film van het in 1959 op twee continenten life uitgezonden “kitschen debate” tussen vice- president Nixon en de Sovjetleider Nikita Chroesjtsjov komen nu onwerkelijk over. De koude oorlog lijkt ver weg. Maar hoe kijken we over 50 jaar naar Trump die Poetin lijkt te hebben ingezet voor zijn eigen gewin?

Zora nam haar laatste slok oploskoffie en keek naar de restanten op de bodem van het kopje. Gelukkig kon ze geen koffiedik kijken. Ze was bang voor haar toekomstige double en voelde haar eigen realiteit wigslippen.






II
SOMETHING CONTINUED

“When I first saw my photograph in Prince’s body of work at the Walker Art Museum in Minneapolis I did a double-take. The signature picture for his show was this image of a cowboy that I had made in New Mexico for the Marlboro campaign and then I saw it all over town at every bus stop and finally I went to the exhibit. The first thing I wanted to do was photograph it but the guard said: NO NO NO photography! And I said; but this is my picture. He said no it’s not. It’s by Richard Prince”.

Te makkelijk, die klootzak! Hoorde Zora klasgenoten zeggen terwijl Richard Prince zijn betoog hield: ‘“I wanted to photograph something that had already been photographed. I mean it was as simple as that. And when I look through my camera it felt like I was the director, I took that slide and I gave it to a commercial lab and what I got back was a real photograph” “I was trying to make the photograph as much mine as possible and I would just turn the focus to get some of the moré so that there was no reference that it came from a magazine page. I would do that deliberately” In terms of the money I would think anybody would made or rephotographed a cowboy in 1980 if they were thinking about making money. I just don’t think it would occur to them.

Zora’s theoriedocent Floor van Luijk zette de video ‘Untitled (Cowboy), the story behind Richard Prince’s photograph’ op pauze. De Marlboro-

cowboy bevroor op het beeldscherm. De woorden van Richard Prince waarmee de video begon hadden verdeeldheid gezaaid in de klas: “I started thinking that these were mine. It wasn’t about stealing and it was never about that I was a thief. It was more like claiming.”

Zora had bewondering voor dit “claimen” van Prince, waarmee hij ook voor andere kunstenaars de weg vrij heeft gemaakt.

Wordt vervolgd



~Leave it there

acrylic cotten 85 x 38 cm
~Birds, Glaciers and Fountains


Inktjet 60 x 44 cm
~Je fais du rock

Laser copy 42 x 30 cm
~Jovan's Props

Inktjet 30 x 22 cm





















To be continued